- De Nederlandse inflatie kwam in januari op een recordniveau van 6,4 procent uit.
- De gemiddelde stijging van prijzen van goederen en diensten is een aanslag op de koopkracht.
- Spaarrentes zijn bijna 0 procent en kunnen geen compensatie bieden voor de forse prijsstijgingen.
- Lees ook: Doordat veel huishoudens vaste energiecontracten hebben, bijt de hoge inflatie minder hard dan je zou denken
Het contrast tussen de hoge inflatie en lage spaarrentes is extreem groot. De inflatie is in januari opgelopen naar 6,4 procent op jaarbasis, het hoogste niveau in meer dan 40 jaar.
De hoogste variabele spaarrente is nog maar 0,05 procent, blijkt uit gegevens van de site spaarinformatie.nl. Zet je spaargeld vijf jaar vast, dan krijg je maximaal 0,85 procent rente en de hoogste depositorente is die van 10 jaar vast, waar je 0,9 procent rente krijgt.
Het grote verschil tussen de inflatie en spaarrentes zorgt ervoor dat de koopkracht van spaargeld afneemt. Als de prijzen van goederen en diensten in een jaar met meer dan 6 procent stijgen, terwijl daar bijna geen rentevergoeding tegenover staat op spaargeld, kun je na een jaar met 100 euro een kleinere hoeveelheid spullen kopen.
Het feitelijke koopkrachtverlies voor spaarders met meer dan 50.000 euro aan vermogen is nog groter, vanwege de belastingheffing in box 3. Voor spaargeld boven de vrijstelling van 50.000 euro geldt een fictief jaarlijks rendement waarover de fiscus belasting heft. Voor het vermogensdeel tussen de 50.000 euro en 100.000 euro gaat het om een effectieve heffing van ongeveer 0,6 procent.
Deze 'spaartaks' gaat echter wel op de schop. Meer weten? 5 cruciale vragen over de vermogensbelasting in box 3: compensatie voor spaartaks, belastingaangifte 2021 en hoe verder?
Energierekening 90% duurder dan een jaar eerder
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat de cijfers naar buiten bracht, zorgden met name de hogere voeding- en energieprijzen ervoor dat de inflatie verder is opgelopen.
In december werd nog een inflatie van 5,7 procent gemeten, wat ook al het hoogste niveau was in bijna 40 jaar. In augustus 1982 stegen de prijzen gemiddeld met 5,9 procent op jaarbasis.
Volgens het CBS was de gas- en elektriciteitsrekening in de eerste maand van 2022 bijna 90 procent duurder dan een jaar eerder. In december was de prijsstijging op jaarbasis 75 procent. De bijdrage van energie aan de totale inflatie bedroeg ruim 3 procentpunt.
Het kabinet heeft maatregelen genomen om de stijging van de energierekening te verminderen. De heffingskorting op de energierekening is verhoogd en het belastingtarief op elektriciteit werd verlaagd. Ondanks de verlaging van de energiebelasting nam de prijsstijging op jaarbasis van energie toe. Dit komt volgens het CBS doordat de variabele leveringstarieven van energie in januari verder stegen.
Voedingsmiddelen waren in januari 4,3 procent duurder dan een jaar eerder, in december was dit 2,6 procent. Bij vrijwel alle soorten voedingsmiddelen was de prijsstijging op jaarbasis in januari hoger dan in december. Brood, kaas en kwark hadden de grootste bijdrage aan deze ontwikkeling. De prijsontwikkeling van kleding en schoenen drukte daarentegen de inflatie.
Nibud: hoge inflatie aanslag op de koopkracht
Als de inflatie aanhoudend hoog blijft, vormt dat een aanslag op de koopkracht van Nederlanders, zo meldde het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) donderdag in een eigen analyse.
Op basis van de huidige beleidsmaatregelen van het kabinet Rutte IV zal de koopkracht gemiddeld met 0,5 procent stijgen in de periode tot 2025. Maar de verschillen tussen groepen zijn groot en als de geldontwaarding op een hoog niveau blijft, zal er van de stijging in koopkracht weinig overblijven.
Het Nibud rekende de kabinetsplannen door in opdracht van de Tweede Kamer. Uit de berekening blijkt onder andere dat de wijzigingen bij de huurtoeslag voor een groot aantal huishoudens negatief zal uitpakken.
In het coalitieakkoord staat dat de huurtoeslag wordt hervormd naar een systeem van normhuren op basis van inkomen. Alleenstaande huurders met kleinere woningen en lagere huren gaan er in het nieuwe stelsel op vooruit, terwijl grotere huishoudens in een wat grotere en duurdere huurwoning er over het algemeen op achteruit gaan.
Het kan volgens het Nibud niet de bedoeling zijn dat mensen die een hogere huur hebben straks minder toeslag krijgen. Vooral omdat ze er dan financieel gezien slechter uitkomen. Daarom zou daar nog eens goed naar gekeken moeten worden, zo klinkt het.
Ook zet het instituut vraagtekens bij de veranderingen in de kinderopvangtoeslag. Vooral ouders met een laag inkomen lijken er financieel nauwelijks wijzer van te worden als het percentage van deze toeslag wordt verhoogd naar 95 procent.
Over het algemeen zien gepensioneerden en zelfstandigen hun koopkracht het minst stijgen, en in bepaalde gevallen zelfs dalen. Bij verschillende gepensioneerden speelt volgens het Nibud mee dat ze wel recht hebben op een ouderenkorting, maar dat ze deze niet kunnen verzilveren. Dat geldt vooral bij ouderen die alleen een AOW hebben. Deze groep zou volgens het Nibud gecompenseerd moeten worden.
Verder zal het verlagen van de zelfstandigenaftrek flink worden gevoeld. De compensatie die het kabinet daartegenover wil zetten is volgens het Nibud lang niet voldoende. In 2025 kan het verschil oplopen tot 80 euro per maand.
Huishoudens met minimumloon of een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering lijken er wel op vooruit te gaan. Hoe hoger het inkomen, hoe kleiner de koopkrachtstijging. Dit wordt volgens het Nibud veroorzaakt door het afbouwen van de arbeidskorting.
Europese Commissie: inflatie in Nederland dit jaar 4%
De inflatie in Nederland stijgt volgens verwachtingen van de Europese Commissie dit jaar naar 4 procent, zo bleek donderdag. Dat is meer dan het gemiddelde van 3,5 procent in de eurolanden. In november nog schatte Brussel de inflatie in ons land in 2022 op 2,2 procent.
De Nederlandse economie groeit dit jaar naar verwachting met 3 procent, en dat is minder dan het gemiddelde in de eurozone (4 procent). Maar Nederland is ook minder hard door de coronacrisis getroffen dan veel andere landen.
Voor 2023 verwacht de Europese Commissie dat de Nederlandse economie precies in lijn zal lopen met een gemiddelde groei van 2,7 procent. Naar verwachting zakt de inflatie volgend jaar naar 1,4 procent, wat dan weer net onder het eurozonegemiddelde van 1,7 procent ligt.