- De inflatie is in Nederland in januari weer wat opgelopen tot gemiddelde 3,2 procent op jaarbasis.
- De hogere inflatie komt mede doordat het eerdere effect van dalende energieprijzen van gas en stroom minder sterk wordt.
- Op jaarbasis daalden energieprijzen in januari nog maar 2,2 procent, tegen een daling van 24,6 procent in december 2023.
- Lees ook: 2 redenen waarom het effect van de Rode Zee-crisis op de inflatie beperkt blijft, volgens zakenbank Goldman Sachs
De gemiddelde prijsstijging van goederen en diensten bedroeg in januari 3,2 procent in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bij een eerste raming.
De raming is volgens het CBS berekend op basis van nog onvolledige brongegevens. In december was de inflatie nog 1,2 procent. De toename kwam vooral doordat in januari de invloed van de prijsontwikkeling van energie op de inflatie afnam.
In januari was namelijk sprake van een veel minder scherpe daling van de energieprijzen dan in december. Zo werden energie en brandstoffen in de laatste maand van 2023 samen gemiddeld bijna een kwart goedkoper dan een jaar eerder. In januari werden energie en brandstoffen slechts ruim 2 procent goedkoper.
Exclusief energie bedroeg de inflatie in januari 3,5 procent. In december was dat 3,4 procent.
Effect van prijzen van gas en stroom op inflatie neemt af
De prijzen van energie, zoals gas, elektriciteit en stadsverwarming, hadden geruime tijd een grote invloed op de inflatie. Zo namen de energieprijzen in 2022 toe door de oorlog in Oekraïne en liep de inflatie hoog op. Vanaf januari 2023 zorgde onder meer het prijsplafond voor lagere energieprijzen en viel de inflatie mede daardoor in 2023 juist lager uit.
Doordat de invoering van het prijsplafond in januari precies een jaar geleden was, nam in januari 2024 de invloed van de energieprijzen op de inflatie af.
De prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak gingen in januari met ruim 4 procent omhoog. In december was deze stijging nog ruim 5 procent. Diensten waren 4,8 procent duurder dan een jaar eerder.
Volgens de Europese meetmethode, die net iets anders is dan die van het CBS, stegen de prijzen in januari met 3,1 procent op jaarbasis. In december was dat 1 procent. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning. Later op de dag wordt het inflatiecijfer voor de hele eurozone bekendgemaakt.
Een overgrote meerderheid ziet hun lasten dit jaar opnieuw stijgen, reageert CNV-voorzitter Piet Fortuin. "Te veel werkenden zitten in de knel en kunnen hun dagelijkse boodschappen nauwelijks betalen."