Weer een record voor de inflatie in Nederland! Iets waar je als spaarder niet echt op zit te wachten.
De gemiddelde prijsstijging van een mandje van consumentenproducten dat het Centraal Bureau voor de Statistiek bijhoudt, lag op 2,6 procent in februari. Het CBS merkt overigens op dat andere prijsindicatoren, zoals bijvoorbeeld huurprijzen, prijzen van koopwoningen en aandelenprijzen hierin niet zijn meegenomen.
Sinds de start van dit jaar speelt mee dat de verhoging van het lage btw-tarief naar 9 procent zorgt voor extra prijsstijgingen van goederen en diensten. Maar er speelt meer.
In februari was de stijging van brandstofprijzen duidelijk voelbaar. Zo lag de gemiddelde dieselprijs 7,4 procent hoger vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder. Daarnaast werken de hogere prijzen voor stroom en gas nog altijd door in het inflatiecijfer.
Sparen: inflatie tast koopkracht aan
Terwijl de inflatie aantrekt, zien spaarders rentes niet meebewegen. De hoogste variabele spaarrente voor vrij opneembare rekeningen lag in december op 0,35 procent, volgens gegevens van de site Spaarinformatie.nl.
Veel spaarrentes liggen nog een stuk lager. Voor basisrekeningen op internet zitten grootbanken ING, ABN Amro en Rabobank bijvoorbeeld allemaal op een variabele spaarrente van 0,03 procent. Triodos biedt zelfs helemaal geen rente op de internetspaarrekening van de bank.
Onderstaande grafiek laat zien dat de kloof tussen de inflatie en de hoogste variabele spaarrente fors is toegenomen en in februari een nieuw record bereikte.
Spaargeld dat op vrij opneembare spaarrekeningen staat, wordt door de inflatie minder waard, omdat de zogenoemde reële rente (de spaarrente minus de inflatie) negatief is.
De situatie voor spaarders is behoorlijk dramatisch, omdat ook de spaarrentes voor deposito’s waarbij het spaargeld langer vaststaat, laag zijn.
Als je spaargeld minimaal 20 jaar vastzet, krijg je maximaal 1,8 procent per jaar. Ook dat is bij lange na niet genoeg om de gemiddelde prijsstijging van inmiddels zo'n 2,6 procent te compenseren.
Belasting op vermogen
Naast de inflatie moet je als spaarder ook rekening houden met de belasting op vermogen in box 3. Het startpunt voor spaargeld en beleggingen die in box 3 worden belast, is een vrijstelling van 30.360 euro per persoon in 2019.
Vervolgens betaal je over het vermogen tot iets meer dan 100.000 euro (een bedrag van ruim 70.000 euro dat boven de vrijstelling van 30.650 euro uitkomt) effectief 0,58 procent belasting; over het bedrag tussen de ruim 100.000 euro en ruim 1 miljoen euro is de effectieve heffing 1,34 procent; boven de (ruim) 1 miljoen euro wordt de heffing 1,68 procent.
Om vermogen dat onder de heffing in box 3 valt waardevast te houden, is bij een spaarvermogen tot ruim een ton een rendement van minimaal 3,2 procent nodig (optelsom van de inflatie van 2,6 procent in februari 2019 en de vermogensbelasting). Dat is voor spaarders geen haalbare zaak.
Leer meer over geldzaken:
- D66 wil miljonairs zwaarder belasten en kleine spaarders ontzien – dit kan de Jettentaks betekenen voor je portemonnee
- Deze grafiek laat zien dat de hypotheekrente best nóg wat lager kan – maar geldverstrekkers houden zich muisstil
- Lekker makkelijk zo’n verspakket van Jumbo of Albert Heijn, maar is het goedkoper dan de ingrediënten los kopen?