Prijzen van goederen en diensten zijn in juni relatief hard gestegen, met 1,6 procent. In mei was de inflatie nog 1,2 procent.
Benzine werd in juni duurder en ook prijzen van kleding en tabak stegen.
De inflatie van gemiddeld 1,6 procent ligt ver boven de hoogste variabele spaarrente van 0,2 procent.
Consumenten betaalden in juni 1,6 procent meer voor goederen en diensten dan een jaar eerder. Daarmee stegen de prijzen harder dan in mei, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag.
Vooral hogere prijzen voor kleding en tabak en een minder drastische daling voor brandstoffen duwden de inflatie omhoog.
In mei was de inflatie nog 1,2 procent. Dat prijzen nu sneller opliepen komt onder andere door de ontwikkeling van brandstofprijzen.
Bij rookwaren speelde een eerdere accijnsverhoging door in de prijzen. Kleren werden gemiddeld 0,8 procent duurder, terwijl ze een maand eerder juist goedkoper werden op jaarbasis.
Inflatie vermindert de waarde van spaargeld
Een hogere inflatie tast de waarde van spaargeld aan, zeker als spaarrentes zeer laag zijn. In die zin is de coronacrisis extra pijnlijk: ondanks de lage spaarrentes hebben Nederlanders juist extra spaargeld opgepot.
De spaarrekeningen van Nederlandse huishoudens zijn volgens De Nederlandsche Bank in mei met 9,4 miljard euro toegenomen, omdat veel minder werd gespendeerd aan bijvoorbeeld het boeken van vakanties, dagjes weg en eten buiten de deur.
Ook ontvingen veel Nederlanders in mei vakantiegeld, wat dus op de spaarrekening werd gezet als appeltje voor de dorst vanwege de onzekerheid rond de coronacrisis.
Het totale spaargeld van huishoudens in Nederland is nu ruim 384 miljard euro.
Kijk je naar het verschil tussen de inflatie en spaarrentes, dan is dit in juni groter geworden. Zo ligt de hoogste variabele spaarrente op 0,2 procent, ver beneden het niveau van de inflatie van 1,6 procent in juni.
Dit betekent dat spaarrentes op vrij opneembare rekeningen veel te laag zijn om de koopkracht van spaargeld stabiel te houden. Dit is ook te zien in onderstaande grafiek.
De hoogste variabele spaarrente geeft overigens nog een geflatteerd beeld. Veel banken bieden spaarrentes die dicht bij het nulpunt liggen.
Grootbanken ABN Amro, Rabobank en ING zijn er voor particulieren met een spaarvermogen van 1 miljoen euro tot 2,5 miljoen euro zelfs toe overgegaan om een negatieve spaarrente te rekenen.