- De inflatie kwam in januari lager uit dan in december, maar dat is vooral een gevolg van het prijsplafond voor energie.
- Door het prijsplafond zijn veel consumenten minder kwijt aan gas en elektra dan ze anders zouden zijn geweest.
- Wanneer we de energieprijzen niet meerekenen komt de inflatie juist hoger uit dan in december, zo blijkt uit cijfers van het CBS.
- Lees ook: Gaat de inflatie in de eurozone terug naar 2% en hoelang duurt dat? Dit zeggen 3 economen
De inflatie is in januari gedaald ten opzichte van december, maar wanneer je de energieprijzen niet meerekent komt de inflatie juist hoger uit. Dat komt omdat het energieplafond van de overheid de prijzen voor gas en licht relatief laag houdt.
In december was de inflatie 9,6 procent, dat daalde in januari tot 7,6 procent, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) al eerder bekend maakte. Kijk je echter naar de prijzen exclusief de ontwikkeling van de energieprijzen, dan steeg de inflatie: van 7,5 naar 7,7 procent.
Door het prijsplafond zijn veel consumenten minder kwijt aan gas en elektra dan ze anders zouden zijn geweest, stelt statistiekenbureau. De energie werd door het prijsplafond in januari 3,4 procent goedkoper dan in januari 2022. In december lagen de prijzen van energie nog 52 procent hoger dan een jaar eerder.
Het stijgen van de prijzen buiten de energiesector is mogelijk het gevolg van een na-ijleffect. Bedrijven rekenen hogere prijzen door in hun producten en passen de prijzen pas aan zodra ze zelf ook met lagere kosten te maken hebben. Voordat consumenten dat merken gaat er enige tijd overheen.
Zaken als kinderopvang, voeding en benzine zorgden voor een toename van de inflatie, meldt het CBS. Maar kleding zorgde juist voor wat verlichting, aldus de statistici.