- De Nederlandse inflatie is in november op 5,2 procent uitgekomen, het hoogste niveau sinds 1982.
- De sterke stijging van prijzen van goederen en diensten is mede het gevolg van de hoge energieprijzen.
- Intussen raakt de koopkracht van spaargeld verder uitgehold door de extreem lage spaarrentes.
- Lees ook: Extra aflossen op hypotheek met spaargeld dat niets oplevert
De gemiddelde stijging van prijzen van goederen in diensten bedroeg in november 5,2 procent, vergeleken met een jaar eerder. De prijzen die Nederlanders voor goederen en diensten betalen zijn sinds september 1982 niet meer zo hard gestegen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Gas en elektriciteit werden fors duurder, maar ook kleren stegen in prijs. De inflatie was vorige maand fors hoger dan de 3,4 procent in oktober.
Elektriciteit was driekwart duurder dan in november vorig jaar. Gas steeg ruim de helft in prijs en benzine was ruim 31 procent duurder dan een jaar eerder. Voor kleding moesten Nederlanders ruim 5 procent meer betalen. Eten en drinken werd 1,1 procent duurder, waarmee de prijzen voor voedingsmiddelen veel harder opliepen dan in oktober.
Het beeld komt overeen met dat van vorige week. Toen meldde Europees statistiekbureau Eurostat al dat de volgens Europese meetmethoden vastgestelde inflatie voor Nederland, volgens voorlopige cijfers, op 5,6 procent uitkwam in november. Dat was het hoogste cijfer sinds de metingen in 1997 begonnen. De inflatie voor alle eurolanden samen tikte een nieuw record aan.
De Europese Centrale Bank, die als taak heeft de inflatie rond de 2 procent te houden, is ondanks de sterk oplopende prijsstijgingen niet van plan in te grijpen. Nog altijd zijn de rentes op historisch laag niveau. Goedkoop geld stimuleert doorgaans de inflatie.
De ECB houdt vooralsnog vast aan de stelling dat de hoge inflatie 'tijdelijk' is, maar dat moet de komende periode nog wel blijken. Intussen raakt de koopkracht van spaargeld steeds meer uitgehold.
Groot gat tussen inflatie en spaarrente
De hoogste variabele spaarrente bedraagt volgens gegevens van de site spaarinformatie 0,15 procent in Nederland. De inflatie van november ligt daar dus ruim 5 procentpunt boven.
Het grote verschil tussen de inflatie en spaarrentes zorgt ervoor dat de koopkracht van spaargeld afneemt.
Als prijzen van goederen en diensten in een jaar met ruim 5 procent stijgen, terwijl daar bijna geen rentevergoeding tegenover staat op spaargeld, kun je na een jaar met 100 euro een kleinere hoeveelheid spullen kopen.
Het feitelijke koopkrachtverlies voor spaarders met meer dan 50.000 euro aan vermogen is nog groter, vanwege de belastingheffing in box 3.
Voor spaargeld boven de vrijstelling van 50.000 euro geldt een fictief jaarlijks rendement waarover de fiscus belasting heft. Voor het vermogensdeel tussen de 50.000 euro en 100.000 euro gaat het om een effectieve heffing van ongeveer 0,59 procent.