De inflatie in Nederland is in juni gedaald naar 2 procent op jaarbasis, van 2,1 procent in mei.
Vergeleken met spaarrentes blijft de inflatie relatief hoog.
Ook met spaardeposito’s waarbij geld langer vast staat, is het niet mogelijk de inflatie bij te benen.
De inflatie in Nederland is in juni gedaald naar 2 procent op jaarbasis, van 2,1 procent in mei. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Een lagere inflatie is doorgaans goed voor de koopkracht van consumenten, want bij sterk oplopende prijzen kunnen mensen minder kopen van hun inkomen. Ook wordt door een hoge inflatie het spaargeld van mensen minder waard.
Volgens het CBS komt de inflatiedaling onder meer door de prijsontwikkeling van tabak. Rookwaren waren in juni 2,9 procent duurder dan een jaar eerder, in mei was dat nog 8,3 procent. Het effect van een accijnsverhoging op sigaretten en shag in het voorjaar van 2020 werkt vanaf juni niet meer door in de inflatie.
Ook motorbrandstoffen hadden een drukkend effect op de inflatie. Motorbrandstoffen waren 17,4 procent duurder dan vorig jaar, in mei was dat 19,8 procent. Wel waren motorbrandstoffen in juni 2021 duurder dan in mei van dit jaar.
Gas en elektriciteit waren duurder in juni en hadden een opwaarts effect op de inflatie. De variabele kosten voor de levering van elektriciteit en gas namen toe.
Inflatie blijft fors hoger dan spaarrentes
Het is nog steeds zo dat de inflatie ver boven het niveau van de hoogste variabele spaarrentes ligt. Op een vrij opneembare rekening krijg je maximaal 0,3 procent rente. De meest banken bieden echter een variabele rente die dicht bij de 0 procent ligt.
Hiermee is het niet mogelijk om met een gewone spaarrekening de inflatie bij te benen, waardoor de koopkracht van spaargeld afneemt.
Ook met depositosparen lukt dit niet. De hoogste depositorente krijg je als je spaargeld 10 jaar vast zet tegen 0,9 procent, blijkt uit gegevens van de site spaarinformatie.nl