De inflatie in de eurozone is in september gestegen naar 3,4 procent op jaarbasis, het hoogste niveau sinds 2008.
Volgens de Europese Centrale Bank is de hoge inflatie een tijdelijk fenomeen.
Intussen zorgen vooral hoge energieprijzen voor ondermijning van de koopkracht.
De inflatie in de eurozone is in september gestegen naar 3,4 procent op jaarbasis, het hoogste niveau sinds 2008. Dat maakte het Europese statistiekbureau Eurostat bekend op basis van een voorlopige raming.
In augustus bedroeg de inflatie nog 3 procent. Met name de hoge energieprijzen jagen de inflatie aan, waardoor de koopkracht van consumenten wordt ondermijnd.
De gasprijzen in Europa zijn naar records gestegen. Ook de prijzen van stroom en brandstof voor auto’s nemen sterk toe. Maar ook genotmiddelen en bepaalde diensten werden duurder. De kerninflatie, dus exclusief de schommelende prijzen van energie, voedsel en genotmiddelen, steeg naar 1,9 procent van 1,6 procent in augustus.
Lees ook: Zo hard gaan de prijzen voor stroom en gas omhoog – en de winter moet nog beginnen
Op maandbasis stegen de consumentenprijzen in het eurogebied met 0,5 procent.
In de eurozone werd de hoogste inflatie gemeten in Estland met 6,4 procent op jaarbasis. Voor Nederland meldde Eurostat een inflatie van 2,9 procent.
Hoge inflatie ondermijnt koopkracht euro
De inflatie ligt nu fors hoger dan de doelstelling van 2 procent die de Europese Centrale Bank (ECB) hanteert. Door de sterk stijgende inflatie kan de ECB mogelijk besluiten sneller zijn steunmaatregelen tegen de coronacrisis af te gaan bouwen.
ECB-president Christine Lagarde zei eerder deze week nog dat moet worden opgepast dat de steunmaatregelen niet te snel worden afgebouwd in reactie op de snel oplopende inflatie. Ze stelde andermaal dat de inflatiepiek tijdelijk is. "Zodra deze pandemie-effecten voorbij zijn, verwachten we dat de inflatie zal afnemen", aldus Lagarde.
De ECB moet schipperen tussen enerzijds voldoende steun bieden aan het economische herstel en aan de andere kant gehoor geven aan haar mandaat voor prijsstabiliteit. Een hoge inflatie ondermijnt immers de koopkracht van de euro en is voor spaarders die nauwelijks rente ontvangen een forse tegenvaller.
In een reactie op de inflatiecijfers gaven economen van ING aan dat de inflatie in de eurozone mogelijk toch iets hardnekkiger zal blijken, dan de ECB suggereert. Hier spelen twee factoren een rol. Producenten die kampen met hogere inkoopkosten, lijken sterker dan voorheen geneigd om die kosten door te berekenen in de prijzen voor consumenten.
Daarnaast speelt de toenemende krapte op de arbeidsmarkt, vooral voor hoger geschoolde werknemers een rol. Hoewel de werkloosheid in veel landen in de eurozone nog relatief hoog is, kan er in die segmenten van de arbeidsmarkt waar forse krapte is druk ontstaan om de lonen te verhogen, wat uiteindelijk ook een inflatoir effect heeft.