- De consumentenprijzen stegen in Nederland in februari harder dan in de voorgaande maand, met gemiddeld 1,8 procent.
- Stijgende brandstofprijzen jagen de inflatie op.
- De hogere inflatie gaat nog niet gepaard met een stijging van spaarrentes.
Nederlandse huishoudens betaalden in februari gemiddeld 1,8 procent meer voor goederen en diensten dan een jaar eerder. Daarmee trok de inflatie opnieuw aan ten opzichte van de voorgaande maand, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag.
Afgelopen december was de inflatie nog 1 procent op jaarbasis en in januari lag de gemiddelde prijsstijging op 1,6 procent.
Op financiële markten is de olieprijs sinds begin dit jaar vrij sterk gestegen en dat begint door te werken op de prijzen van benzine en diesel. Prijzen voor motorbrandstoffen lagen in februari gemiddeld 0,7 procent hoger dan een jaar eerder.
“Voor benzine betaalde de consument in februari gemiddeld 1,676 euro per liter en voor diesel 1,354 euro”, aldus het CBS.
Binnen de Europese Unie heeft Nederland inmiddels het hoogste inflatieniveau. De inflatie wordt op Europees niveau iets anders berekend vergeleken met het prijsmandje van het CBS. Volgens de zogenoemde Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex lag de Nederlandse inflatie in februari op 1,9 procent, terwijl het gemiddelde in de eurozone op 0,9 procent uitkwam.
Spaarders lijden onder rentebeleid van ECB
Dat de Nederlandse inflatie flink uit de pas loopt met het gemiddelde in de eurozone, is slecht nieuws voor Nederlandse spaarders. Die kampen namelijk met lage rentes die mede het gevolg zijn van het goedkoop geldbeleid van de Europese Centrale Bank (ECB).
De ECB kijkt voor zijn beleid naar de gemiddelde inflatie in de eurozone. Zolang die relatief laag is, blijft de ECB volop actief om rentes kunstmatig te drukken. Dit doet de centrale bank om lenen goedkoop te houden en de economie te steunen.
Voor spaarders pakt dit echter negatief uit. De relatief sterke stijging van consumentenprijzen in Nederland vermindert namelijk de koopkracht van spaargeld.
De hoogste variabele spaarrente bedraagt 0,3 procent en de inflatie zit daar ver boven. De reële waarde van het spaargeld krijgt daardoor een flinke knauw.
De inflatie is overigens niet de enige bedreiging voor spaarders. Sinds 1 maart kunnen Nederlanders weer aan de slag met de belastingaangifte over 2020. Daar geldt in box 3 voor spaargeld en beleggingen een vrijstelling van 30.846 euro per persoon.
Vervolgens is er een getrapt heffingssysteem, waarbij je voor het vermogen boven de vrijstelling tot een bedrag van 103.644 euro effectief 0,54 procent belasting betaalt, ongeacht het rendement dat je haalt.
[activecampaign form=24]