- Bij de productie van cement wordt veel CO2 uitgestoten, waardoor de branche goed is voor 8 procent van de wereldwijde emissies.
- In Rotterdam komen ze met iets nieuws: een afgeleide van cement, waarbij CO2 uit de lucht wordt gehaald als bouwstof.
- Techbedrijf Paebbl probeert hiermee de conservatieve bouwmarkt te veroveren. “Ze vinden het moeilijk om de eerste stap te zetten.”
- Lees ook: CO2 uit de lucht filteren is misschien wel effectiever tegen klimaatverandering dan het planten van bomen – maar is een doorbraak realistisch?
In het midden van een ruim opgezette loods aan het Rotterdamse RDM-terrein staat een grote installatie, voorzien van een roestvrijstalenbak en een jungle aan kabels en knopjes. Deze machine van het Zweeds-Nederlandse hightechbedrijf Paebbl belooft het ‘cement’ van de toekomst te maken.
Dit type cement – of eigenlijk: een afgeleide van cement – trekt CO2 uit de atmosfeer, in plaats van CO2 uit te stoten. Om klassiek cement te vervaardigen, moet je kalksteen op 1.500 graden Celsius verhitten met gas, met als vervelend bijproduct hoge CO2-emissies.
“Van iedere twee kilo kalk die je verhit tot cement, verdampt de helft in de atmosfeer tot CO2”, legt vicepresident engineering bij Paebbl Arnold Choi uit, terwijl Business Insider Nederland tuurt naar de metershoge installatie.
Cement goed voor 8% van alle CO2-uitstoot
“Cement is dan ook goed voor 8 procent van de wereldwijde emissies”, zegt de Canadees-Nederlandse manager. “Iedereen kijkt bij de energietransitie naar olie en gas, maar cement heeft ook een hoge voetafdruk.”
En cement is volop nodig, doceert Choi. Het wordt gebruikt in bijvoorbeeld beton, waar het materiaal als bindmiddel fungeert. Jaarlijks produceren we wereldwijd 30 miljard ton aan beton, dat voor ruim een tiende uit cement bestaat. "Het is na water het meest geproduceerde en geconsumeerde materiaal op aarde."
De installatie in de loods van Paebbl vervangt kalk in zijn productieproces met olivijn, een veelvoorkomend mineraal dat je onder meer tegenkomt in stollingsgesteente. Dit mineraal gaat een soort snelkookpan in, die volgens Choi op een "veel minder hoge temperatuur" staat dan bij cement.
Als het mineraal in deze reactor zit, voegt het bedrijf er CO2 in gasvorm aan toe. "De CO2 bindt zich vervolgens vast aan de steen", legt Choi uit. "Als we 2 kilo olivijn in de reactor stoppen, eindigen we met 3 kilo van ons alternatief op cement. We halen dus CO2 uit de lucht, door het vast te leggen in de olivijn. Het verwarmen van de reactor mag dan energie kosten, maar over de gehele linie is ons productieproces CO2-positief."
De natuur slaat CO2 ook uit zichzelf op in steen, maar een stuk minder snel dan de startup dat doet. "Wat wij in een paar uur doen, kost de natuur honderden jaren", zegt Choi.
De innovatie in Rotterdam is het gevolg van zo'n twintig jaar aan onderzoekwerk van natuurkundige Pol Knops, die het bedrijf in 2021 mede oprichtte.
Knops begon zijn onderzoek aanvankelijk puur uit vaktechnische interesse. "Zoiets als klimaatverandering was vijftien jaar geleden nog amper een thema", zegt Knops. Nu wel, en drie jaar geleden werd Knops dan ook benaderd door enkele Zweedse en Finse klimaatondernemers. Of hij een nieuw bedrijf wilde oprichten rondom zijn ontdekking.
Dat wilde Knops wel. Paebbl heeft inmiddels een hoofdkantoor in Stockholm en een dependance in Rotterdam, waar het product vervaardigd wordt. "We kozen voor Rotterdam, omdat de petrochemische industrie hier goed ontwikkeld is", zegt Knops.
De CO2 die ze bij Paebbl toevoegen aan hun productieproces, krijgen ze van CO2-producerende bedrijven. Om hun klimaatimpact te verkleinen, moeten deze bedrijven actie ondernemen. "Ze kunnen het in de grond opslaan, wat geld kost", zegt Knops, "maar ze kunnen er ook aan verdienen door CO2 als grondstof te gebruiken".
Daarnaast krijgt Paebbl CO2 geleverd van het Nederlandse bedrijf SeaO2, dat CO2 uit oceanen haalt, en van het Duitse Phlair, dat via een filterinstallatie CO2 uit de lucht zuigt. Deze technieken, respectievelijk direct ocean capture (DOC) en direct air capture (DAC), worden gezien als één van de vele gereedschappen waarmee de mensheid de komende decennia klimaatverandering een halt toe kan roepen.
Behoudende bouwsector uit interesse
Wie de precieze afnemers zijn van het eindproduct, het cementafgeleide, kunnen ze bij Paebbl niet zeggen. Volgens medeoprichter Pol Knops gaat het om "ruim tien bedrijven in de bouwindustrie". "De sector staat onder grote druk, omdat ze hun emissies moeten verlagen. Ze zijn dus naarstig op zoek naar oplossingen."
Wekelijks kloppen dan ook "zo'n twee geïnteresseerde bedrijven" bij hem aan, zegt Knops. Toch is de sector volgens hem óók conservatief. "Veel bedrijven in de bouw willen iets anders, maar vinden het moeilijk om de eerste stap te zetten. Begrijpelijk is dat wel, want bouwbedrijven willen er bij een nieuw product natuurlijk zeker van zijn dat hun gebouwen over 60 jaar nog overeind staan."
Is het product van Paebbl wel stevig genoeg om gebouwen bij elkaar te houden? Ja, zegt Choi, mits je het in combinatie met cement gebruikt. "Ons product bindt op een chemisch andere wijze dan cement, maar is als bindmiddel zo sterk dat het een derde van alle gebruikte cement kan vervangen."
Of het product geen giftige eigenschappen heeft? Daarvoor heeft Paebbl nog niet alle noodzakelijke veiligheidstests gedaan, geeft Choi toe. "Maar we zijn daar redelijk zeker van. We gebruiken een mineraal, waar niets giftigs in zit."
Knops: "We beginnen daarom met projecten waarbij het risico laag is. Denk in plaats van gebouwen dus eerst aan betonnen wandpanelen of stoeptegels."
Investering van tientallen miljoenen op komst
Wil Paebbl verder opschalen, dan zal het bedrijf die veiligheidstests wel moeten uitvoeren. Ze zijn er druk mee, verzekeren Knops en Choi. Het kost alleen tijd en geld.
Dat laatste is er volop, door happige investeerders. Afgelopen jaar haalde het bedrijf al 8 miljoen euro op bij internationale geldschieters en in de komende maanden maken ze bij Paebbl opnieuw een grote investering bekend. Hoe hoog het bedrag ditmaal wordt, mogen de heren niet zeggen.
Is het meer dan 20 miljoen euro? Ja, geven Choi en Knops aan. Knops: "Het kost veel geld om te bouwen waar wij mee bezig zijn. De nieuwe geldronde komt van buitenlandse partijen, die voor de lange termijn investeren."
Dat geld zal deels gaan naar de tests voor de benodigde certificeringen, zegt Knops. Ook het team, dat nu nog uit veertig man bestaat, zal worden verdubbeld. Daarnaast wil Paebbl zijn productiecapaciteit vergroten. Produceert het bedrijf nu nog zo'n 500 kilogram per dag, na de investering moet dat stapsgewijs opgevoerd worden richting 7.000 kilogram per dag.
Paebbl mikt op bouw volledige fabriek
Over een paar jaar hoopt Paebbl een volledige fabriek te kunnen bouwen, die de productiecapaciteit nog eens met tien tot twintig keer moet verhogen. Knops en zijn team kijken daarvoor naar zowel Europa als de Verenigde Staten.
Om die fabriek te realiseren, wil het bedrijf aankloppen bij de bank. Er zal een bedrag nodig zijn dat in de "honderden miljoenen" loopt, weet Knops, en voor durfinvesteerders en private equity-partijen is dat al snel te veel.
Om zo'n bedrag over een paar jaar wel bij de bank op te kunnen halen, moet Paebbl nu toewerken naar "bankability", zoals Knops het noemt. "De risico's voor de bank moeten zo laag mogelijk zijn. Daarvoor kijken ze naar de kwaliteit van je afnemers. Je kunt wel beloven dat bedrijven honderdduizenden tonnen van je gaan afnemen, maar als je nu vooral met kleine familiebedrijven werkt, straal je dat minder uit naar de bank. We moeten onze afnemers dus uitzoeken op strategische gronden; ze moeten redelijke hoeveelheden kunnen afnemen."
Wat kost hun product die afnemers eigenlijk? Alhoewel ze geen precieze prijzen kunnen delen, kost het voorlopig "meer dan cement", zegt Choi. "Dat komt omdat we nog opschalen. Als we straks grote volumes kunnen produceren, daalt onze productprijs automatisch."
Bij Paebbl verwachten ze zelfs dat hun product goedkoper wordt dan cement. "Het maken van cement kost meer energie", zegt Choi, "terwijl energie er alleen maar duurder op zal worden. Ook krijgen producenten te maken met een CO2-belasting. De prijs van cement zal dus stijgen, terwijl ons product in prijs zal dalen vanwege schaalvoordelen."