Door uitstroom van babyboomers komen er in 2030 tienduizenden koopwoningen op de markt, waarschuwt het het Planbureau voor de Leefomgeving.

In 2030 zullen de babyboomers (geboren tussen 1945 en 1960) in groten getale hun koopwoningen verlaten. Nu al komen door de uitstroom van oudere huishoudens jaarlijks circa 30.00 koopwoningen vrij. In 2030 zullen dat er 50.000 zijn. Dat evenveel als de totale jaarlijkse nieuwbouwproductie aan koopwoningen van vóór de kredietcrisis. Tegelijkertijd neemt op termijn het aantal jonge gezinnen af, waardoor de vraag naar eengezinswoningen kan dalen.

‘Bouw niet te veel’

Hoewel de woningmarkt licht herstel vertoont is een waarschuwing voor te veel optimisme op z’n plaats. “Wees daarom voorzichtig met bouwen”, waarschuwt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een woensdag verschenen rapport.

Er wordt steeds minder verhuisd in Nederland. In 1995 verhuisde nog 12 procent van de Nederlanders, nu is dat jaarlijks 8 procent. Onder ouderen is de verhuismobiliteit met 5 procent nog lager.

Veel huiseigenaren onder babyboomers

Over 15 tot 20 jaar zal de groep 75-plus-huishoudens flink zijn toegenomen, tot 1,4 miljoen huishoudens in 2030. “Zodra deze ouderen niet meer zelfstandig kunnen wonen of overlijden, komen hun woningen vrij. Dit zijn vooral koopwoningen, omdat de babyboomers veel vaker dan de vooroorlogse generatie huiseigenaar zijn”, schrijft het PBL.

Provincies en vooral gemeenten doen er volgens het PBL goed aan rekening te houden met deze toekomstige bevolkingsontwikkelingen. "Aanpassen van de bestaande woningvoorraad aan de actuele wensen wordt belangrijker dan nieuwbouw. Ook het herbestemmen van bestaande (leegstaande) kantoren, winkels en ander vastgoed kan een alternatief zijn voor nieuwbouw van woningen", adviseert het PBL.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl