Nederlandse economen vinden dat arbeidsmigratie per saldo goed is voor de economie. Maar ze erkennen wel dat laagopgeleiden er hinder kunnen ondervinden op de arbeidsmarkt.
Dat blijkt uit een peiling van discussieplatform Me Judice onder bijna 60 Nederlandse economen.
Me Judice legde de economen drie stellingen voor. Op de vraag of de Nederlandse economie per saldo profijt heeft van het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie, antwoordde twee derde van de economen ‘mee eens.’
Econoom Roel Beetsma van de Universiteit van Amsterdam stelt in een toelichting dat de economie baat heeft bij migranten, omdat “werk dat blijft liggen wordt gedaan door laaggeschoolde instroom.” Aan de andere kant doen ‘kennisinstromers’ hooggekwalificeerd werk waar schaarste aan is.
Royale uitkeringen en immigratie
Tegelijk erkennen de economen dat er haken en ogen zitten aan de arbeidsmigratie. Zo zijn ruim drie op vijf economen het eens met de stelling dat vooral laagopgeleide (autochtone) werknemers hinder ondervinden van arbeidsmigratie binnen de EU.
"Met name de bouw en transportberoepen ondervinden nadelen. Het is in dit verband van groot belang dat bij het inzetten van buitenlandse arbeidskrachten wettelijke regelingen niet worden ontdoken", meent econoom Andries de Grip van de Universiteit van Maastricht.
Niet heel verbazingwekkend is dan ook dat bij elkaar zo'n zeventig procent van de gepeilde economen zich kan vinden in de stelling dat er spanningen optreden als je een welvaartsstaat met relatief hoge sociale uitkeringen wilt combineren met ongeremde arbeidsmigratie.
Econoom Rick van der Ploeg, werkzaam bij de Britse universiteit van Oxford en de Universiteit van Amsterdam, ziet echter geen oplossing in bijvoorbeeld het 'Deense model'. Ofwel: een genereuze welvaartsstaat en strenge beperking van migranten. "Migratie vereist een meer dynamische welvaartsstaat", stelt Van der Ploeg.
Wat denk jij over arbeidsmigratie en de verzorgingsstaat? Doe mee aan de poll
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl