- Het Internationaal Monetair Fonds heeft de groeiverwachtingen voor de wereldeconomie voor dit jaar afgezwakt
- Ook voor 2023 is de groei neerwaarts bijgesteld.
- Onder meer de inflatie en renteverhogingen worden als oorzaken genoemd
- Lees ook: Lage economische groei en hoge inflatie houdt aan in 2023, maar OESO ziet geen ‘langdurige’ stagflatie
De wereldeconomie groeit dit jaar minder hard dan het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in april nog verwachtte. Inmiddels komt de groei nog maar uit op de helft van vorig jaar. Ook voor volgend jaar heeft het IMF stevig in de verwachtingen gesneden, waardoor de groei dan nog lager uitvalt dan dit jaar.
Ook de economie van de eurozone groeit minder hard, voorspelt het IMF nu. Die gaat dit jaar ondanks de energiecrisis, de inflatie en de leveringsproblemen nog wel met 2,6 procent vooruit, maar eerder rekende het IMF nog op een groei van 2,8 procent.
In 2023 volgt een groei van 1,2 procent, wat 1,1 procentpunt minder is dan de eerdere inschatting van het fonds.
Het IMF stelt nu dat veel van de risico’s waarvan bij de raming in april werd gedacht dat ze de economische groei negatief zouden kunnen beïnvloeden, inmiddels werkelijkheid zijn geworden. Zo is de inflatie verder gestegen en zijn centrale banken daarom gestopt met hun opkoopprogramma’s. Ook hebben ze de rente verhoogd. Gezamenlijk hebben die maatregelen geleid tot minder beschikbaar geld in de economie.
Veel bedreigingen voor economische groei: van afknijpen Russisch gas tot hoge voedselprijzen
Ook nu ziet het IMF weer vooral zaken die de economische groei zouden kunnen hinderen. Zo zou Rusland de gaskraan naar Europa helemaal dicht kunnen draaien, zou de inflatie langer hoog kunnen blijven als de arbeidsmarkt krap blijft en zouden opkomende markten in de problemen kunnen komen met het afbetalen van schulden door de oplopende rentes. Verder ziet het IMF risico's op sociale onrust als de voedselprijzen blijven stijgen.
Inwoners van ontwikkelde economieën, zoals die in Europa, de VS en Canada, hebben ook nog langer te maken met stevige prijsstijgingen, voorziet het IMF nu. De inflatie piekt deze zomer op rond de 8 procent en daalt daarna gestaag tot eind 2023.
Het terugbrengen van de inflatie zou voor landen de hoogste prioriteit moeten hebben omdat de geldontwaarding de macro-economische stabiliteit nu en in de toekomst kan bedreigen. Veel centrale banken zijn daar dus al aan begonnen. Die ingrepen kunnen pijn doen, maar uitstel zou alleen maar zorgen voor de noodzaak om later nog harder in te grijpen, stelt het IMF. Met gerichte steun of belastingmaatregelen kunnen de meest kwetsbare groepen worden ontzien.
Tegelijkertijd blijft het zaak om te investeren in de energietransitie. Momenteel grijpen landen door de hoge energieprijzen weer terug op kolen, maar dat mag niet meer worden dan een noodgreep om energietekorten op te vangen. De energiecrisis toont volgens het IMF aan dat inzetten op schone energie die binnen de eigen landsgrenzen wordt opgewekt, ook kan bijdragen aan de nationale veiligheid.