Dat valt op te maken uit documenten afkomstig van de onderhandelingsteams van
Engeland, Nederland en IJsland.
In een vertrouwelijke brief
van voormalig minister van Financiën Wouter Bos en zijn Engelse collega, de
staatssecretaris voor de schatkist Paul Myners, valt te lezen dat beide
landen eind februari een laatste voorstel hebben gedaan.
Het voorstel hield, zoals eerder al uitlekte, in dat IJsland geen vast
rentepercentage meer zou betalen van 5,5 procent, maar een rentetarief
gebaseerd op de internationaal gangbare Euribor of Libor- rente plus een
risico-opslag van 2, 75 procent.
Onaanvaardbaar
Voor de IJslanders is met name die opslag onaanvaardbaar. Volgens de
IJslanders ontstaat de "perceptie dat Nederland en Engeland winst maken ten
koste van de IJslandse belastingbetaler", zo valt te lezen in een ander gelekt
document .
De rentepauze die Nederland en Engeland aanboden, namelijk geen rente over de
jaren 2009 en 2010, wordt niet echt afgewezen, maar door de IJslanders
gerelativeerd. De Britten de Hollanders laten die concessie groter lijken
dan die is door uit te gaan van een omstreden rentepercentage.
De IJslanders kwamen met een tegenvoorstel, waarbij de rentepauze drie in
plaats van twee jaar zou duren. Het rentepercentage zou starten bij 2,5
procent en jaarlijks met 0,25 procent oplopen tot maximaal 3,5 procent. De
terugbetaling zou dan verder gekoppeld worden aan de economische groei. De
IJslanders beloofden wel de volledige schuld met rente te voldoen.
Dit tegenvoorstel is door Engeland en Nederland van de hand gewezen.
Referendum
Door het mislukken van de onderhandelingen is het referendum van 6 maart
onvermijdelijk geworden. De IJslanders stemmen dan over een wet die de
terugbetaling van de 3,8 miljard euro regelt op basis van een akkoord dat de
landen in oktober 2009 sloten. De stemming was noodzakelijk, omdat de
president de door het parlement goedgekeurde wet niet wilde ondertekenen.
Het oktober-akkoord was op haar beurt weer een aanpassing van het eerste
akkoord uit juni 2009 tussen de Britse, Nederlandse en IJslandse regering,
dat niet ongeschonden door het IJslandse parlement was gekomen.
Het parlement had in augustus 2009 allerlei voorwaarden aan terugbetaling
opgenomen die voor Engeland en Nederland onaanvaardbaar waren, waardoor
destijds ook al opnieuw moest worden onderhandeld.
Uitslag
Als de IJslanders op 6 maart massaal tegen stemmen, blijft de wet die het
IJslandse parlement in augustus 2009 aannam van kracht. In de die wet wordt
terugbetaling gekoppeld aan de economische groei en worden Nederland en
Engeland verondersteld de restschuld kwijt te schelden als het IJsland niet
zou lukken om voor 2024 te betalen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl