IJsland was, in tegenstelling tot Nederland en Groot-Brittannië, van mening dat volgens Europese wetgeving juridisch niet vaststaat dat een staat verantwoordelijk is voor de betaling van garanties aan spaarklanten en is nu in het gelijk gesteld, mede vanwege de ,,omvang van de systeemcrisis in IJsland”.

Het ging om een totaal schadebedrag van 335 miljard IJslandse kronen (1,9 miljard euro). Nederland kreeg eerder een deel (een kleine 750 miljoen euro) van het Icesave-spaargeld terug via het inmiddels failliete moederbedrijf van Icesave, Landsbanki. De Nederlandse staat schoot IJsland 1,3 miljard euro voor om de Nederlandse Icesave-klanten met een tegoed tot 100.000 euro te compenseren.

Volledig gecompenseerd

IJsland, dat verheugd reageerde op de uitspraak, liet maandag in een verklaring weten dat het verwacht dat de gedupeerden de komende jaren wel volledig zullen worden gecompenseerd uit de boedel van Landsbanki. Als IJsland in het ongelijk was gesteld, had het land naar schatting van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schadeclaims uit Nederland en Groot-Brittannië kunnen verwachten ter waarde van 20 procent van het jaarlijkse bbp.

Het Nederlandse ministerie van Financiën liet weten de uitspraak van de vrijhandelsorganisatie EVA te betreuren en de gevolgen nader te bestuderen.

Samenwerkingsverband

De EVA is een samenwerkingsverband tussen Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland en houdt in de gaten of deze landen, die buiten de Europese Unie vallen, hun toezicht wel afstemmen op de Europese regels.

Icesave zette in mei 2008 voet op Nederlandse bodem. Via internetspaarrekeningen brachten meer dan honderdduizend Nederlanders miljarden euro's onder bij de bank. Nog geen half jaar later kon de bank haar verplichtingen niet meer nakomen en nationaliseerde IJsland Icesave.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl