Jan Hommen behoort tot de absolute top van het Nederlandse bedrijfsleven. En als 70-plusser en klassieke ‘old boy’ maakt hij zich zorgen over buitenlandse aasgieren die mooie Nederlandse bedrijven willen opkopen.
Hommen heeft een indrukwekkende staat van dienst als voormalig financieel directeur bij Philips en puinruimer bij ING en adviesbureau KMPG gedurende de kredietcrisis. Momenteel is hij nog commissaris bij Ahold Delhaize.
De recente pogingen van Amerikaanse bedrijven op respectievelijk Unilever en AkzoNobel op te slokken, hebben Hommen aan het denken gezet. Hij wil van de hijgerigheid van het moderne kapitalisme af.
Bedenktijd Nederlandse bedrijven bij overname
Nederlandse beursgenoteerde bedrijven moeten bij een vijandig overnamebod minimaal een jaar de tijd krijgen om zich te beraden. In die periode kan een onderneming onderzoeken of de belangen van alle belanghebbenden worden gediend bij dat bod, suggereert Hommen dinsdag in een interview met het Financieele Dagblad.
Mocht die bedenktijd onvoldoende zijn kan een bedrijf verzoeken om die periode nog eens eenmalig te verlengen met 180 dagen.
Volgens Hommen moet dat recht op bedenktijd worden opgenomen in de code voor goed bestuur (corporate governance code). Een onafhankelijke autoriteit als de AFM moet toezicht houden dat deze tijd ook goed wordt benut, stelt Hommen.
De ruimere tijd moet voorkomen dat een bedrijf wordt overgeleverd "aan de willekeur van de markt". Tijdens overnamesituaties "is tijdsdruk en hijgerigheid van de markt het laatste wat een onderneming nodig heeft", aldus Hommen tegen de krant.
Hommen erkent dat overnames horen bij het kapitalistische spel. Maar hij wijst er ook op dat het vaak misgaat, tegen het FD. "Meer dan 70% van alle overnames mislukt, met uiteindelijk alleen maar verliezers: de aandeelhouders, de werknemers, de leveranciers, de klanten, de financiers, kortom de maatschappij. Alle reden dus om te zorgen dat een overnameproces goed verloopt."