De sympathieke superbelegger Warren Buffett behoort al jaren tot de meest succesvolle en rijkste investeerders ter wereld. Maar ook superbeleggers maken wel eens fouten.
In 1964 kocht Warren Buffett het worstelende textielbedrijf Berkshire Hathaway uit New England. Het bedrijf had destijds een boekwaarde van 22 miljoen dollar. Na een analyse van de jaarrekeningen constateerde Buffett dat het bedrijf veel meer waard was en nam het volledig over. Het enige commentaar dat Buffett destijds over de aankoop gaf was dat het bedrijf tegen een ‘goede prijs’ is gekocht.
Jarenlang bleef Buffett geld pompen in de textielfabrikant in de hoop dat de zaken beter zouden gaan. In verschillende jaarrapporten bleef hij hameren op het belang van de textielindustrie en hoe ze de juiste mensen op de juiste plaats hadden om de problemen op te lossen. Dat ging 21 jaar lang zo door.
Buffett zat er echter helemaal naast en in 1985 sloot hij de laatste textielfabriek. De superbelegger gaf later toe dat dit zijn slechtste investering uit zijn loopbaan was.
Nieuwe vergissing?
Berkshire Hathaway heeft als bedrijf niets meer met textiel te maken en is onder leiding van Buffett uitgegroeid tot een investeringsvehikel met belangen in een groot aantal bedrijven en sectoren, van verzekeraars tot spoorwegbedrijven.
Ook in het Amerikaanse technologiebedrijf IBM heeft Berkshire een groot belang. Het belang in IBM is de op drie na grootste deelneming van Berkshire. Het aandeel IBM is volgens Buffett zo goedkoop dat het niet mis kan gaan.
In de afgelopen drie jaar is de waarde van het aandeel echter gedaald van iets meer dan 200 dollar naar rond de 142 dollar per aandeel. Dat is een verlies van 29 procent.
De prijs van het aandeel IBM ligt daarmee onder het niveau waarop Buffett het aandeel in 2011 begon te kopen. De superbelegger geeft echter niet op en heeft in de afgelopen jaren steeds weer aandelen IBM bijgekocht. Gaat hij daarmee opnieuw de fout in, zo vraagt beleggingsexpert Michael Covel van de site Daily Reckoning zich af.
Buffett investeert alleen op lange termijn, maar een investering die al vijf jaar lang onder water staat zal ook hem achter zijn oren doen krabben.
Het orakel van Omaha hamert daarnaast ook altijd op de opportuniteitskosten. Dat zijn de kosten die je als belegger betaalt voor de keuzes die je maakt. Door geld te investeren in de ene heb je immers geen geld meer om te investeren in een andere mogelijkheid, die mogelijk meer oplevert.
Opportuniteitskosten kunnen hoog oplopen, wanneer je als belegger te lang vasthoudt aan foute aankopen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl