Veel woningbezitters mogen binnen tien jaar geen hypotheekrente meer aftrekken.

Dreigt een restschuld, dan kun je twee dingen doen: extra aflossen als je spaargeld hebt, of gaan sparen en beleggen om je hypotheekschuld later te verlagen.

Business Insider zet de plussen en minnen van beide opties voor je op een rij.

Voor veel huizenbezitters loopt de hypotheekrenteaftrek binnen tien jaar af. Het is belangrijk om dan niet een te hoge hypotheekschuld te hebben, want anders lopen de woonlasten behoorlijk op. Er zijn twee mogelijkheden om straks met een schone lei verder te kunnen: extra aflossen met spaargeld, of gaan sparen en beleggen om later je hypotheekschuld te verlagen.

Sinds 1 januari 2001 mag je nog maximaal 30 jaar de hypotheekrente aftrekken van je belastbaar inkomen. Ook voor hypotheken die al daarvoor zijn afgesloten is deze termijn vanaf dat moment gaan lopen.

Voor veel huizenbezitters is het binnen tien jaar uit met de pret. Tegelijkertijd geldt voor huiseigenaren die dan met pensioen gaan dat hun inkomen lager kan zijn. Bovendien is er de mogelijkheid dat hypotheekrentes over tien jaar hoger liggen dan de huidige bodemniveaus. Kortom: dit kan een nare cocktail van lastenverzwaringen opleveren.

Restschuld hypotheek

Weet je zeker dat je hypotheek na dertig jaar is afgelost, zoals bij een spaar- of annuïtaire hypotheek, dan is er niets aan de hand. Maar is een deel van de lening aflossingsvrij of is de looptijd van je hypotheek verlengd, bijvoorbeeld vanwege een verhuizing, dan kun je te maken krijgen met een restschuld.

Lees ook: Maximale hypotheek kan nu al lager uitvallen door einde hypotheekrenteaftrek na 30 jaar

Dit kan behoorlijk in de papieren lopen. Stel dat je een aflossingsvrije hypotheek hebt van 300.000 euro, waarover je 2 procent rente betaalt, dan mag je nu nog 6.000 euro aan rente aftrekken van je inkomen, tegen een tarief van ruim 37 procent. Hierdoor ben je netto 315 euro kwijt aan hypotheeklasten. Vervalt de aftrek, dan lopen de kosten op tot 500 euro per maand: een lastenverzwaring van 185 euro.

Wil je voorkomen dat je straks elk dubbeltje moet omdraaien, dan is dit een goed moment om in actie te komen. Je hebt dan voldoende tijd om het gat te vullen. Je kunt bijvoorbeeld zuiniger gaan leven, zodat je een spaarpotje opbouwt, zelf extra beleggen of vervroegd aflossen.

Zelf extra sparen spreekt redelijk voor zich. We gaan hieronder op de andere twee opties wat dieper in.

Aflossen: lagere woonlasten

Heb je geld op een spaarrekening staan, dan kan het interessant zijn om extra af te lossen op je hypotheek. Aan de ene kant staat spaargeld te verpieteren op een (vrijwel) renteloze spaarrekening, terwijl je aan de andere kant hypotheekrente betaalt aan de bank.

Als je aflost, levert dat direct lagere maandlasten op, want je hoeft over een lager bedrag rente te betalen. Stel dat je 10.000 euro aflost op een hypotheek met 2 procent rente, dan ben je 200 euro per jaar minder rente verschuldigd, wat neerkomt op 17 euro per maand.

… en misschien kan de risico-opslag vervallen

Heb je een relatief hoge hypotheek ten opzichte van de woningwaarde en betaal je hierdoor een hogere rente, dan val je dubbel in de prijzen. Want misschien kan die opslag dan worden verlaagd of zelfs geschrapt.

Omdat de lening kleiner wordt, daalt immers de verhouding tussen de WOZ-waarde van je huis en de resterende schuld, waardoor de lening misschien in een lagere risicoklasse terecht komt en de bank minder rente in rekening brengt. Dit kan soms honderden euro’s per jaar schelen.

Een ander voordeel van extra aflossen is dat je minder risico loopt op een restschuld als je je huis later gaat verkopen. Op dit moment rust op de meeste huizen een overwaarde, maar de woningmarkt kan ook instorten, zoals we tijdens de vorige crisis hebben gezien. Zo'n restschuld kan dan als een molensteen om je nek hangen.

Heb je meer dan 50.000 euro spaargeld, waardoor je vermogensbelasting moet betalen, dan levert een extra aflossing een besparing op in box 3. Misschien kom je zelfs onder de belastingvrije voet uit, waardoor je helemaal geen vermogensbelasting meer verschuldigd bent. Dat is natuurlijk mooi meegenomen.

… maar minder hypotheekrenteaftrek

Daar staat wel tegenover dat je minder hypotheekrente mag aftrekken als je extra aflost. Laat daarom goed uitrekenen hoe dit onderaan de streep voor jou uitpakt voor je een beslissing neemt.

Lees ook: Is extra aflossen op je hypotheek altijd een goed idee? 5 punten om te overwegen

Verder kun je te maken krijgen met de bijleenregeling. Dit houdt in dat je bij een verhuizing de overwaarde van je huis moet steken in je nieuwe woning. Anders loop je over dat gedeelte renteaftrek mis. Door extra aflossingen stijgt de overwaarde, waardoor je jezelf lelijk in de vingers kunt snijden als je gaat verhuizen.

Heb je geen verhuisplannen, dan heb je daar geen last van. Maar verwacht je over enkele jaren een nieuw huis te betrekken, dan loop je voor je volgende hypotheek renteaftrek mis en pakt extra aflossen alsnog onvoordelig uit.

En je geld zit in stenen

Misschien wel het grootste nadeel van aflossen is dat je geld in stenen zit. Heb je dringend geld nodig, dan kun je er niet bij. Zorg er daarom altijd voor dat je een financiële buffer hebt voor onvoorziene uitgaven.

Daarnaast zijn er hypotheken waarvoor extra aflossen niet verstandig is. Heb je bijvoorbeeld een spaarhypotheek, waarbij je pas aan het eind van de looptijd aflost, dan is het meestal verstandiger om extra geld in de spaarpot te storten, in plaats van af te lossen.

De hypotheekrente die je betaalt is bij een spaarhypotheek namelijk even hoog als de rente over je spaarpot. Door extra te storten neemt de waarde van je spaarpot toe en kan de premie of de looptijd van je hypotheek omlaag. Houd wel de fiscale spelregels goed in de gaten, om problemen met de fiscus te voorkomen.

Wees beducht voor een aflosboete

Aflossen kan helaas vaak niet onbeperkt, op straffe van een boete. Geldverstrekkers lopen immers rente mis en willen hiervoor worden gecompenseerd.

Bij de meeste aanbieders mag je elk jaar 10 tot 20 procent van de oorspronkelijke hoofdsom boetevrij aflossen. Let hier goed op voor je een overboeking doet, om een onaangename verrassing te voorkomen.

Beleggen: hoger rendement

In plaats van extra aflossen kun je ook zelf gaan beleggen, om een potje op te bouwen waarmee je straks de resterende hypotheekschuld aflost. Beleggen levert historisch gezien een rendement op van ongeveer 7 tot 8 procent per jaar, maar dit is wel een gemiddelde voor de lange termijn. Na aftrek van inflatie en eventuele vermogensbelasting blijft er aan de streep zo’n 5 procent over.

Door vroeg te beginnen met beleggen, kun je een behoorlijk vermogen opbouwen. Maar de beurzen kunnen wel behoorlijk grillig zijn. Het is daarom verstandig om alleen te beleggen met geld dat je pas over een lange tijd nodig hebt. Je hebt dan nog voldoende tijd om eventuele verliezen weg te poetsen.

Tien jaar is daarbij een grensgeval: je kunt als je niet al te risicovol belegt nog steeds een aardig rendement boeken, maar bent kwetsbaarder voor tussentijdse beursdips, dan als je twintig of dertig jaar belegt. Als je dus tien jaar of korter belegt, is het verstandig om met een beperkt deel van je vermogen te beleggen en risico's af te bouwen naarmate de datum dichterbij komt dat je het geld nodig hebt.


Flexibiliteit: toegang tot je vermogen

Anders dan geld dat in stenen zit, geldt voor beleggen dat je in principe makkelijk bij je vermogen kunt. Bij de meeste beleggingen kun je dagelijks in- en uitstappen.

Maar in die flexibiliteit schuilt ook een risico: de verleiding kan groot zijn om het geld voor andere doeleinden te gebruiken. Het vraagt dus wel enige discipline.

... en je loopt het risico dat je inleg (deels) in rook opgaat

Bovendien loop je met beleggen een risico: je portefeuille kan in waarde dalen. In het worst case scenario kan zelfs je hele inleg verloren gaan.

Een ander nadeel ten opzichte van aflossen is dat je vermogensbelasting moet betalen in box 3, mits de totale waarde van je vermogen hoger is dan 50.000 euro (of het dubbele al je een fiscaal partner hebt).

Bouw daarom de risico's geleidelijk af

Wil je gaan beleggen, dan is het dus zaak om de risico’s geleidelijk af te bouwen als het einde van de looptijd van je hypotheek in zicht komt. Het zou namelijk jammer zijn als in het zicht van de finish een beurscrash al je inspanningen teniet doet.Dit betekent dat je langzaamaan meer risicovolle aandelen omwisselt voor bijvoorbeeld obligaties en cash.

Zoals aangegeven: de omvang van je totale vermogen is ook van belang bij de hoeveelheid geld die je in aandelen belegt. Als je bijvoorbeeld een royale erfenis krijgt, kun je je mogelijk wat meer risico permitteren, terwijl je met veel schulden beter meer op safe kunt spelen. Een financieel adviseur kan je hierbij helpen.

En zorg voor spreiding

Ga je beleggen, zorg dan voor een goed gespreide portefeuille. Je wordt dan minder kwetsbaar als een van je aandelen onderuit gaat. Probeer ook je emoties zoveel mogelijk uit te schakelen, om klassieke beleggingsfouten te voorkomen. In dit artikel lees je daar meer over.

Je kunt ervoor kiezen om zelf in aandelen te beleggen, maar het handigst is om je geld te steken in een beleggingsfonds: een actief beheerd fonds of een indexfonds met een mandje aandelen (ETF). Je hebt dan automatisch een breed gespreide portefeuille, en hebt er geen omkijken naar.

Lees ook: 10 vragen over beleggen in ETF’s, hét must-have product voor elke particuliere belegger

Wat is wijsheid?

Welke optie voor jou het best is, hangt af van jouw persoonlijke situatie en de mate waarin je risico kan en wil nemen. Bij beleggen is het potentiële rendement een stuk hoger dan wanneer je extra aflost, maar de risico’s zijn ook groter.

Wat je ook gaat doen, zorg ervoor dat je daarnaast altijd een buffer hebt voor onvoorziene situaties, zoals de aankoop van een nieuwe auto of onderhoud aan je huis.

Je kunt natuurlijk ook kiezen voor een combinatie: een deel van je spaargeld gebruiken om af te lossen en met een ander deel beleggen. Je hebt dan het beste van twee werelden.

Lees meer over beleggen en je hypotheek: