- Na het aflopen van de rentevaste periode van de hypotheek kun je te maken krijgen met een stijging van de hypotheekrente en hogere maandlasten.
- Dat komt minder hard aan als je ervoor kiest om de hypotheek op te knippen in verschillende rentevaste perioden.
- Als de rente stijgt, geldt die niet (meteen) voor de hele lening. De maandlasten gaan bij een stijgende trend in stapjes omhoog.
Met de historisch lage hypotheekrente is het aantrekkelijk om deze lang vast te zetten, maar daarmee blijft het risico van een forse rentestijging aan het eind van de rentevaste periode. Een van de dingen die je daartegen kunt doen is de hypotheek opknippen in leningen met verschillende rentevaste perioden.
De hypotheekrente blijft maar laag. Afgelopen week schroefden veel geldverstrekkers hun tarieven naar beneden met enkele honderdsten, meldt Van Bruggen Adviesgroep in zijn nieuwsbrief van deze week. Ook de grootste hypotheekverstrekker van Nederland Rabobank heeft een aantal rentes van vooral aflossingsvrije hypotheken met 0,05 procent verlaagd.
De gemiddelde hypotheekrente zonder NHG-garantie komt uit op 1,48 procent voor 10 jaar vast en 1,83 procent voor 20 jaar vast. Voor 30 jaar vast betaal je gemiddeld 2,08 procent. De huidige lage tarieven hebben ervoor gezorgd dat kopers hun hypotheek langer vastzetten.
Waar 10 jaar vroeger de meest gekozen rentevaste periode was, is dat nu 20 jaar. Inmiddels is meer dan de helft van de aangevraagde hypotheken 20 jaar vast, terwijl bijna 18 procent 30 jaar vast is. Dat is ongeveer evenveel als het aandeel 10 jaar vast, blijkt uit cijfers van Hypotheken Data Netwerk (HDN).
Door de rente lang vast te zetten heb je langer zekerheid over je maandlasten. Maar dat neemt niet weg dat aan het eind van de rentevaste periode een nieuw tarief ingaat en je alsnog te maken kan krijgen met een rentestijging. Dat laatste is helemaal niet ondenkbaar gezien het huidige lage tarief. Een hogere rente betekent hogere maandlasten en die moet je kunnen dragen.
Je kunt verschillende maatregelen nemen om een eventuele rentestijging op te vangen. Bijvoorbeeld door (extra) af te lossen.
De rentevaste perioden van de hypotheek opknippen
Het is ook mogelijk om de hypotheek op te knippen in verschillende rentevaste perioden. Op die manier lopen ze niet allemaal op hetzelfde moment af. Denk bijvoorbeeld aan een hypotheek die in drie delen is opgeknipt: 7 jaar vast, 12 jaar vast en 20 jaar vast. Wil je meer zekerheid dan kan dat ook 15 jaar vast, 20 jaar vast en 30 jaar vast zijn. Je kan de hypotheek ook in meerdere delen opknippen.
Het voordeel hiervan is dat een rentestijging niet geldt voor de gehele hypotheek waardoor de maandlasten maar beperkt omhoog gaan.
Tegelijk is er geen garantie dat een rentestijging uitblijft, bij het aflopen van opeenvolgende rentevaste perioden. Het kan zijn dat de hypotheekrente hoger ligt na 7 jaar, 12 jaar en 20 jaar. Wellicht is het dan wel prettig dat de maandlasten daarmee geleidelijk omhoog gaan.
In een voorbeeld laat Van Bruggen Adviesgroep zien wat een renteknip kan betekenen voor de maandlasten. Stel bijvoorbeeld dat je een hypotheek hebt die is afgesloten voor 20 jaar vast tegen een rente van 1,4 procent, met een bruto maandlast van 1.021 euro.
Knip je de hypotheek op in drie delen met rentevaste periodes van 7 jaar tegen 0,95 procent rente, 15 jaar tegen 1,3 procent en 20 jaar tegen 1,4 procent rente, dan heb je bij aanvang een lagere rente en dus ook lagere hypotheeklasten. De bruto maandlast bedraagt in dit rekenvoorbeeld 995 euro. En als de rente ongewijzigd blijft, ben je over de gehele looptijd 14.000 euro goedkoper uit.
Maar de kans bestaat uiteraard dat de rentes stijgen. Stel dat de hypotheekrentes bij voor elk van de drie rentevaste perioden verdubbelen. Dus na 7 jaar stijgt de 7-jaarsrente naar 1,9 procent, na 15 jaar ligt de 15-jaarsrente op 2,6 procent en na 20 jaar is de 20-jaarsrente 2,8 procent.
Hiermee stijgt de bruto maandlast na 7 jaar van 995 euro naar 1.030 euro, om na 15 jaar door te stijgen naar 1.063 euro. Na 20 jaar betaal je 1.087 euro. De hypotheeklasten gaan dus omhoog, maar wel geleidelijk.
Zou je wel de volledige hypotheek voor 20 jaar hebben afgesloten, dan zou de maandlast omhooggaan na twintig jaar van 1.021 euro naar 1.093 euro. In dat geval zijn de bruto maandlasten over de hele looptijd ongeveer gelijk aan die van de opgeknipte hypotheek.
Er zijn wel een aantal zaken om rekening mee te houden als je ervoor kiest om de hypotheek op te knippen in verschillende rentevaste perioden. Overstappen naar een andere geldverstrekker gaat bijvoorbeeld minder makkelijk. Doorgaans kan dit als een rentevaste periode afloopt, maar nu heb je rentevaste perioden die doorlopen.
Daarnaast is een mix van rentevaste perioden ingewikkelder. Immers, er zijn meer momenten waarop een rentevaste periode afloopt en dus ook meer momenten waarop je aan de slag moet om na te denken over een nieuwe rentevaste periode. Schakel je hiervoor een adviseur in, dan kan dat kosten met zich meebrengen.
LEES OOK: Je hypotheek opdelen in stukken met verschillende hypotheekrentes: hier moet je op letten bij een ‘rentemix’
[activecampaign form=24]