Huiseigenaren van wie de rentevaste periode afloopt, kunnen te maken krijgen met een veel lagere rente dan toen ze de hypotheek afsloten.

Tien jaar geleden lag de hypotheekrente tussen de 4,5 procent en 6 procent%. Nu is de gemiddelde rente 1,2 procent.

Als huiseigenaar wil je wellicht wat punten checken voordat je ingaat op het verlengingsvoorstel van je huidige geldverstrekker.

Dit zijn vijf zaken om op te letten bij het verlengen of oversluiten van de hypotheek.

Veel huiseigenaren met een hypotheek waarvan de rentevaste periode afloopt, vallen met hun neus in de boter. De hypotheekrente is immers een stuk lager dan zo’n tien jaar geleden.

Wie z’n hypotheek destijds heeft vastgezet, betaalt nu waarschijnlijk een rente die tussen de 4,5 procent en 6 procent ligt, schrijft Van Bruggen Adviesgroep in zijn nieuwsbrief van deze week. Zou je de hypotheek nu opnieuw voor 10 jaar vastzetten, dan ligt de rente rond de 1,2 procent.

Geldverstrekkers sturen een verlengingsbrief, maar voor je daarop ingaat is het verstandig om een aantal punten in overweging te nemen. Wij noemen er vijf:


1. Dit is het moment om boetevrij af te lossen

Heb je wat geld over en wil je de maandlasten omlaag brengen door een deel van de hypotheek af te lossen, dan is dit het moment. Bij de meeste geldverstrekkers mag je gedurende de rentevaste periode jaarlijks maximaal 10 tot 15 procent boetevrij aflossen, maar bij verlenging geldt dit maximum niet.

Aan het einde van de rentevaste periode is het dus aantrekkelijk om meer af te lossen dan 10 procent.

Vooral voor huiseigenaren met een aflossingsvrije hypotheek is aflossen interessant. De restschuld wordt lager, de maandlasten dalen én je vermindert je vermogen in box 3 waardoor je ook minder belasting betaalt.

Door de lagere restschuld verminder je bovendien het risico dat de hypotheek onbetaalbaar wordt, als je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

Lees in dit verband ook: 3 voordelen als je een stukje van je aflossingsvrije hypotheek aflost: lagere schuld, lagere maandlast, minder belasting in box 3


2. Welke rentes bieden andere geldverstrekkers? (Of kan de rente bij je eigen bank wat lager)

Dat je een verlengingsbrief van je geldverstrekker krijgt, hoeft natuurlijk niet te betekenen dat je bij deze partij blijft. Het kan lonen om de hypotheekrentes van verschillende geldverstrekkers te vergelijken. Wellicht ben je elders gunstiger uit.

Dat kan schelen in de hypotheeklasten. Bij een hypotheek van 350.000 euro en een rentevoordeel van 0,2 procentpunt, ben je bruto al 700 euro per jaar goedkoper uit, legde Van Bruggen eerder uit.

Er zijn echter ook andere zaken om rekening mee te houden als je overweegt naar een andere geldverstrekker te gaan. Zo ben je bij oversluiten geld kwijt aan advieskosten, taxatiekosten, hypotheekaktekosten en eventueel de eenmalige premie voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

Je zult dus moeten uitrekenen of de lagere rente de oversluitkosten goedmaakt. Bedenk ook dat het effect van een lagere hypotheekrente kleiner is bij een (bank-)spaarhypotheek. Oversluiten loont hier minder snel.

Komt het tot oversluiten, dan wil je wellicht dat een dagrente geldt als hypotheekvoorwaarde. Met deze regeling kom je in aanmerking voor de laagste rente. Als de rente daalt nadat het rente-aanbod is gedaan, krijg je de lagere rente op de passeerdatum. Daalt de rente niet, dan geldt de in de offerte aangeboden rente.


3. Bij je huidige geldverstrekker blijven

Wellicht is het ook mogelijk om bij je huidige geldverstrekker te blijven met een lagere rente dan de bank in eerste instantie heeft voorgesteld. Volgens Van Bruggen kunnen er soms enkele tienden vanaf.

Overigens geldt voor hypotheken zonder NHG-verzekering een renteopslag die hoger is naarmate de schuld ten opzichte van de woningwaarde groter is. Bij een annuïteitenhypotheek of lineaire hypotheek heb je al een deel afgelost en is het aandeel schuld dus geslonken. Mogelijk kan hierdoor de renteopslag wat omlaag.


4. Hoelang zet je de rente vast?

Of je nu overstapt of bij je huidige geldverstrekker blijft, je moet een nieuwe rentevaste periode kiezen.

Doorgaans geldt: hoe langer je de rente vastzet, hoe hoger de rente. Tegenover de hogere rente van een langere rentevaste periode staat de zekerheid over de maandlasten die je hebt over die periode.

Volgens Van Bruggen is de verwachting dat de hypotheekrente de komende jaren nog laag blijft, maar zeker is dat niet.

Vanwege de lage rente zijn veel huiseigenaren geneigd de hypotheek nu voor 20 jaar vast te zetten. Of dat voordelig is, hangt onder meer af van het renteverschil tussen verschillende rentevaste perioden, hoe snel je aflost en de toekomstige renteontwikkeling.

Lees in dit verband ook: Hypotheek voor 10 of 20 jaar vastzetten? Drie scenario’s tonen met welke rentevaste periode je het goedkoopst uit bent

Bij de keuze voor een rentevaste periode is ook de hypotheekvorm van belang. Het effect van een hogere of lagere rente wordt bij een (bank-)spaarhypotheek grotendeels tenietgedaan door een lagere of respectievelijk hogere spaarinleg, schrijft Van Bruggen.


5. Is het nodig om de hypotheekvorm aan te passen?

Over hypotheekvorm gesproken: ook die je kun aanpassen bij het verlengen van de hypotheek. Of je de hypotheekvorm moet wijzigen, is afhankelijk van de situatie, benadrukt Van Bruggen Adviesgroep.

Om een idee te geven geeft de financieel intermediair twee voorbeelden.

1. Het kan interessant zijn om een (gedeeltelijk) aflossingsvrije hypotheek om te zetten in een annuïteiten- of lineaire hypotheek. Voordeel hiervan is dat je vermogen opbouwt en de lening is geslonken als je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Daarmee worden de hypotheeklasten betaalbaarder. De aflossing die je maandelijks gaat betalen, wordt deels gecompenseerd door de lagere rente.

Er zijn meer redenen waarom het omzetten van een aflossingsvrije hypotheek aantrekkelijk kan zijn. Zo wordt het voordeel van de hypotheekrenteaftrek beperkt door de huidige lage rente en de hoge WOZ-waarde. Sowieso wordt de hypotheekrenteaftrek elk jaar minder voor hogere inkomens. En mocht de rente stijgen, dan merk je daar meer van met een aflossingsvrije hypotheek.

Lees in dit verband ook: Dit zijn de 4 redenen waarom het interessant kan zijn om je aflossingsvrije hypotheek om te zetten in een annuïtaire hypotheek

2. Als de pensioenleeftijd al nadert en je hebt een (bank-)spaarhypotheek, dan is het wellicht interessant om deze om te zetten in een aflossingsvrije hypotheek. Met het spaarpotje kun je eerst een deel van de hypotheek aflossen. Dankzij de aflossing en de lagere rente vallen de maandlasten een stuk lager uit.

Zoals we eerder hebben opgemerkt geldt er geen boeterente als je bij het einde van de rentevaste periode aflost.


Lees meer over hypotheken: