Vanwege de historisch lage hypotheekrentes kiezen veel huizenkopers voor een lange rentevaste periode. Dat biedt meer zekerheid over de hypotheeklasten op de lange termijn.
Hoewel hypotheekrentes voor bijvoorbeeld 10 jaar vast gemiddeld zeer laag zijn met tarieven van rond de 2 procent, moet je voor de allerlaagste rentes in de markt bij kortere looptijden zijn.
De figuur hieronder laat zien dat de laagste hypotheekrentes in de markt te vinden zijn bij rentevaste perioden van 1 en 2 jaar.
Als je bij Obvion een annuïteitenhypotheek afsluit met NHG-garantie, betaal je slechts 1 procent rente als je kiest voor een rentevaste periode van 1 of 2 jaar. Uiteraard loop je wel het risico dat de rente bij een nieuwe renteperiode hoger ligt.
Zekerheid heeft echter een prijs. Je betaalt bijna anderhalf procentpunt meer als je de rente voor 30 jaar vastzet met een annuïteitenhypotheek met NHG bij NIBC. Die is met 2,46 procent voor 30 jaar vast de goedkoopste aanbieder in de markt.
Dit betekent dat je voor een hypotheek van 300 duizend euro (ongeveer het bedrag van de gemiddelde woningwaarde) grofweg 4.500 euro per jaar meer betaalt voor de extra zekerheid van een hypotheekrente die dertig jaar vast staat. Dat zou over de hele looptijd van 30 jaar dus 135 duizend euro zijn.
Dat is overigens het bruto verschil. Het netto verschil is lager en is afhankelijk van het percentage van je hypotheekrenteaftrek.
Variabele hypotheekrente hoger dan 1 tot 5 jaar vast
Wat verder opvalt aan de verschillen van hypotheekrentes per looptijd, is dat variabele hypotheekrentes (die bijvoorbeeld elke drie maanden worden aangepast) gemiddeld genomen al een tijdje hoger zijn dan rentevaste perioden van één tot vijf jaar. Zo ligt de meest concurrerende variabele hypotheekrente momenteel op 1,47 procent. Dat is dus bijna een half procentpunt hoger dan de goedkoopste hypotheekrente voor 1 jaar vast.
Normaal gesproken zou je verwachten dat een kortere rentevaste periode ook een lager tarief meebrengt en de rente oploopt bij langere rentevaste perioden. Immers hoe langer de afspraak over een rentevergoeding loopt, des de hoger de compensatie voor bijvoorbeeld het effect van de inflatie op de koopkracht van geld.
Dat dit voor de variabele hypotheekrente momenteel niet opgaat, aangezien die relatief hoog is, kan te maken hebben met de manier waarop geldverstrekkers zich financieren. Als die bijvoorbeeld zelf vooral leningen willen afsluiten vanaf 1 jaar vast, zullen ze geneigd zijn om ook vooral voor hypotheekrentes met vaste rentes aantrekkelijke tarieven te bieden.
Kiezen voor korte rentevaste periode
Volgens de woordvoerder van financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep zijn er drie belangrijke redenen waarom mensen kiezen voor een hypotheek met een kortere rentevaste periode.
Sommige woningkopers willen de flexibiliteit om veel af te kunnen lossen, bijvoorbeeld omdat ze binnen niet al te lange tijd een erfenis verwachten. Aan het eind van een rentevaste periode mag je immers meer aflossen dan het maximale boetevrije bedrag dat geldt tijdens de rentevaste periode.
Een tweede groep woningeigenaren heeft nog maar een korte resterende looptijd. Vanzelfsprekend neem je dan ook een korte rentevaste periode. Een derde groep neemt simpelweg het risico van een stijgende rente voor lief. Feit is namelijk dat op basis van renteverschillen uit het verleden, je met een korte rentevaste periode altijd goedkoper uit bent.
Kanttekening bij dit laatste punt is dat in de afgelopen dertig jaar de rente per saldo alleen maar is gedaald. Een dergelijke daling is niet mogelijk in de komende dertig jaar, omdat de rente al zeer laag is en banken ook wat willen verdienen. Maar dit wil niet zeggen dat de rente alleen nog maar kan stijgen.