De hypotheekrente is het afgelopen jaar een stuk harder teruggezakt dan de spaarrente. Omdat banken zelf goedkoper kunnen lenen op de kapitaalmarkt, hebben ze spaargeld minder hard nodig.
Volgens maandag gepubliceerde cijfers van De Nederlandsche Bank liep de spaarrente in de twaalf maanden tot en met mei 2015 gemiddeld met 0,3 procentpunt terug en de hypotheekrente met 0,6 procentpunt.
Nederlandse huishoudens kregen in mei gemiddeld 1,04 procent rente op hun eenvoudig opneembaar spaargeld. Daarvan staat er zo’n 300 miljard euro op bankrekeningen, terwijl er voor slechts 50 miljard euro spaargeld voor langere tijd is vastgezet. De gemiddelde rente van op deposito’s ligt op 1,88 procent, dus minder dan een procentpunt hoger.
Op nieuw afgesloten hypotheken moest gemiddeld 2,83 procent rente worden betaald. Op oudere hypotheken, waarvan er voor zo’n 520 miljard euro uitstaan bij banken, betalen huishoudens gemiddeld 4,16 procent.
Hypotheekrente en spaarrente
Dat er verschil zit in de ontwikkeling van de rentes op snel opneembaar spaargeld en nieuw afgesloten hypotheken, heeft te maken met het feit dat banken de laatste tijd profiteren van een lage rente op de kapitaalmarkt. Lees: de miljarden aan goedkoop geld die de Europese Centrale Bank sinds maart in de financiële markt pompt. Vooral het financieren van hypotheken is voor hen daardoor een stuk goedkoper geworden.
(klik op grafiek voor uitvergroting)
Huizenbezittersorganisatie Vereniging Eigen Huis constateerde vorige week ook dat banken hun winstmarges op hypotheken de laatste tijd lijken te verlagen. Het is alleen nog onduidelijk of dit een structurele ontwikkeling betreft.
Sinds juni is de hypotheekrente bij de meeste banken wel weer met 0,1 of 0,2 procentpunt gestegen, door het aantrekken van de rente op de kapitaalmarkt.
bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl