- De meeste mensen hebben een vrij goed beeld van hun huidige financiën, maar weten niet precies hoe de vlag erbij hangt als ze met pensioen gaan.
- Er verandert dan ook heel wat als je stopt met werken, onder meer voor je hypotheek.
- Business Insider behandelt 5 belangrijke veranderingen voor je hypotheek, waar je nu al rekening mee moet houden.
- Lees ook: Kun je de lasten van een huis zonder hypotheek dragen met alleen AOW? Met deze woonlasten moet je rekening houden
De meeste mensen hebben een vrij goed beeld van hun huidige financiën, maar weten veel minder goed hoe de vlag erbij hangt tegen de tijd dat ze met pensioen gaan. Maar voor onder meer je hypotheek verandert er heel wat.
Volgens financieel intermediar Van Bruggen Adviesgroep is het van belang goed inzicht te krijgen in de financiële gevolgen van je pensioen voor je hypotheek.
Niet voor niets wordt de eigen woning weleens de vierde pijler van ons pensioen genoemd, naast de AOW-uitkering, het pensioen dat je opbouwt via je werkgever en individuele pensioenpotjes voor sparen en beleggen.
Je persoonlijk levenssituatie ziet er tegen de tijd dat je met pensioen gaat, vaak drastisch anders uit, vergeleken met de levensfase waarin je als dertiger, veertiger of vijftiger werkt. Zo zijn de kinderen meestal de deur uit en heb je geen studiekosten meer. Dat kan flink schelen in je maandlasten.
Maar misschien overweeg je rond je pensioen in een ander huis te gaan wonen, wil je gaan reizen met een boot of een camper en denk je na over eerder stoppen met werken.
Hypotheek: dit verandert er als je met pensioen gaat
In al deze gevallen is het goed om te anticiperen op veranderingen in één van de belangrijkste bouwstenen van je financiële huishouding: de hypotheek.
Van Bruggen noemt in dit verband 5 veranderingen die je hypotheek raken tegen de tijd dat je met pensioen gaat. We nemen ze hieronder puntsgewijs door.
1. Einde hypotheekrenteaftrek
Je mag de hypotheekrente maximaal 30 jaar aftrekken van je belastbare inkomen, volgens een fiscale regeling die in 2001 is ingegaan. Dat betekent dat voor sommige mensen de aftrek al (voor een deel van de hypotheek) eindigt in 2031.
Veel hypotheken kennen een looptijd van 30 jaar. Als je de hypotheek binnen die periode aflost, is er niet veel aan de hand.
Wie een aflossingsvrije heeft, moet wel extra opletten. Sinds 2013 is de hypotheekrente voor nieuwe aflossingsvrije hypotheken niet meer fiscaal aftrekbaar. Stel dus dat je een oude aflossingsvrije hypotheek na dertig jaar aflost door een nieuwe aflossingsvrije hypotheek af te sluiten. Dan is er voor die nieuwe hypotheek geen renteaftrek meer.
2. Lagere hypotheekrenteaftrek
Vanaf de AOW-leeftijd is je inkomen vaak lager en val je mogelijk onder een lager tarief voor de inkomstenbelasting. Dat betekent ook dat een deel van de mensen de hypotheekrente tegen een lager tarief kan aftrekken. Als er dan tenminste nog recht is op aftrek.
Ontvang je AOW, dan geldt voor de eerste 37.149 euro van je totale inkomen een belastingpercentage van 19,03 procent. Als je inkomen bij pensionering in deze schijf valt en je maakt nog gebruik van de hypotheekrenteaftrek, dan is het fiscale voordeel ook lager.
3. Hypotheek deels of helemaal afgelost: lagere maandlasten
Er zijn tegenwoordig maar weinig mensen die een volledig aflossingsvrije hypotheek hebben. Daarbij betaal je gedurende de looptijd alleen rentelasten en los je niet af. Gevolg is wel dat je aan het eind van de looptijd de hypotheek in één keer helemaal moet aflossen. Of je moet een nieuwe hypotheek afsluiten om de oude, aflossingsvrije hypotheek af te lossen.
Voor veel huiseigenaren geldt echter dat ze tegen de tijd dat ze met pensioen gaan, nog maar een kleine of helemaal geen hypotheek meer hebben. Dat scheelt in de maandlasten.
4. Lager inkomen als je met pensioen gaat
Je pensioeninkomen is meestal een stuk lager dan het inkomen dat je verdient als je werkt. Dit betekent dus ook dat hypotheeklasten een groter deel van het besteedbare inkomen kunnen opslokken. Tenzij een belangrijk deel van de hypotheek wordt afgelost, als je met pensioen gaat.
Ook zonder hypotheek zijn er nog woonlasten, zoals het eigenwoningforfait, de ozb-belasting van de gemeente en onderhoudskosten. Het is belangrijk om daar rekening mee te houden, zeker als er naast de AOW relatief weinig aanvullend pensioen is opgebouwd.
5. Einde rentevaste periode
Veel mensen hebben hun hypotheekrente 10, 20 of zelfs 30 jaar vastgelegd. Loopt je rentevaste periode af tegen de tijd dat je met pensioen gaat en moet je dan een nieuwe rentevaste periode kiezen, dan kan dat invloed hebben op de maandlasten van je hypotheek.
Veel huiseigenaren hebben hypotheekrentes de afgelopen jaren tegen zeer lage rentes voor lange tijd vastgezet. Het is dus goed mogelijk dat hypotheekrentes hoger liggen als een rentevaste periode over tien of twintig jaar afloopt.