Spaarrentes zijn jarenlang extreem laag geweest, of zelfs negatief. Dat maakte het relatief aantrekkelijk om extra af te lossen op de hypotheek. Immers, sparen leverde toch niets op en met een extra aflossing gingen de maandlasten van de hypotheek omlaag.

Maar inmiddels is de situatie veranderd: hypotheekrentes én spaarrentes stijgen. Is extra aflossen op de hypotheek dan nog steeds aantrekkelijk? Voordat we die vraag beantwoorden gaan we even terug naar hoe het was, toen de hypotheekrente op het niveau van 1 à 2 procent lag.

Eind 2021 was de gemiddelde hypotheekrente voor een lening zonder NHG-verzekering en een rentevaste periode van 10 jaar gemiddeld iets minder dan 1,5 procent. De hoogste variabele spaarrente die je toen kon krijgen bedroeg een schamele 0,3 procent.

Bij grootbanken ABN Amro, ING, Rabobank en De Volksbank kreeg je veelal 0 procent rente op variabele spaarrekeningen en bij hogere spaarvermogens een negatieve rente. Tel de inflatie daarbij op en je spaargeld verdampt.

Hypotheekrentes en spaarrentes stijgen

Had je in de oude situatie van eind 2021 overtollig spaargeld (lees: je had het niet nodig als buffer) dat op 0 procent rente en inflatie lag te verpieteren, dan was het wellicht een no brainer om dat geld te gebruiken om extra af te lossen op je hypotheek. Doorgaans mag je bij geldverstrekkers jaarlijks 10 tot 20 procent boetevrij aflossen.

Zeker voor aflossingsvrije hypotheken, waarbij je alleen rente betaalt en pas aan het eind van de looptijd de lening moet aflossen, kon het lonen om tussentijds extra af te lossen.

Je moet bij een aflossingsvrije hypotheek sowieso spaargeld achter de hand hebben om de hypotheek af te lossen na dertig jaar. Of je moet tegen die tijd je huis verkopen om de lening mee af te betalen, of een nieuwe hypotheek afsluiten om de aflossing van de oude lening te financieren.

In 2022 is er echter veel veranderd voor zowel spaarrentes als de hypotheekrente. Zo is de gemiddelde hypotheekrente voor langere rentevaste perioden gestegen tot meer dan 4 procent. Hoewel het wat langer duurde, zijn ook de spaarrentes in beweging gekomen.

De hoogste variabele rente bedraagt voor in Nederland gevestigde banken 1,3 procent, terwijl de grootbanken variabele spaartarieven van 0,20 tot 0,25 procent hanteren voor vrij opneembare rekeningen.

Aflossen of niet? Hier moet je op letten

In de nieuwe situatie met hogere spaarrentes en hogere hypotheekrentes is de beslissing tot aflossen minder snel gemaakt. Dit hangt af van een aantal factoren. We zullen met twee voorbeelden laten zien dat aflossen wel en niet aantrekkelijk kan zijn.

Maar eerst zijn de volgende zaken van belang als je overweegt af te lossen:

1. Welke hypotheekvorm heb je?


Bij een annuïteitenhypotheek bestaan je maandlasten uit aflossing en rente. Je lost de hypotheek binnen 30 jaar af. Heb je een aflossingsvrije hypotheek dan betaal je maandelijks alleen rente en blijft de oorspronkelijke schuld in principe intact. Aflossen doe je aan het einde van de looptijd in één keer.

Bij een aflossingsvrije hypotheek kan extra aflossen aantrekkelijk zijn omdat je daarmee de schuld voor later omlaag brengt.

2. Heb je wel of geen hypotheekrenteaftrek?

Heb je recht op de fiscale hypotheekrenteaftrek over een annuïteitenhypotheek of een aflossingsvrije hypotheek die voor 2013 is afgesloten, dan vallen je netto maandlasten lager uit. Hoe meer rente je betaalt, hoe hoger het belastingvoordeel.

Met een aflossing gaan de rentekosten omlaag en dus ook het voordeel van de hypotheekrenteaftrek. Houd hier rekening mee als je overweegt af te lossen.

Bedenk ook dat de netto hypotheekrente lager is, als je het voordeel van de hypotheekrenteaftrek hebt. Betaal je bijvoorbeeld 4 procent hypotheekrente en kun je de betaalde rente bij de inkomstenbelasting tegen een tarief van afgerond 37 procent aftrekken, dan is je netto rente iets meer dan 2,5 procent.

3. Hoe hoog is de spaarrente?

Sparen levert weer wat op, al schiet het met de variabele rente nog steeds niet heel erg op. De tarieven van grootbanken zijn hoogstens 0,25 procent en elders is de variabele rente maximaal 1 procent.

Maar je kan het rendement wat opschroeven door te sparen op een depositorekening. Momenteel kan je 1 procent tot 2,9 procent rente krijgen als je bereid bent je geld 3 tot 5 jaar vast te zetten, blijkt uit gegevens van spaarinformatie.nl.

4. Sparen in box 3

Bedenk ook dat spaargeld in box 3 voor sparen en beleggen nog steeds relatief laag wordt belast. De fiscus gaat voor 2023 bijvoorbeeld uit van een verondersteld rendement van 0,36 procent op sparen. Dit levert een vrij lage belastingdruk op voor spaargeld.

Bovendien is er een vrijstelling van de vermogensbelasting in box 3 van 57.000 euro.

Voorbeelden aflossen op hypotheek

Stel nu dat je een aflossingsvrije hypotheek van 200.000 euro hebt en 50.000 euro spaargeld. Je mag jaarlijkse 10 procent boetevrij aflossen en dus kun je 20.000 euro inzetten om af te lossen.

We nemen twee situaties. Om het eenvoudig te houden gaan we er in beide vanuit dat je geen recht op de hypotheekrenteaftrek en dus de volledige hypotheekrente betaalt.

Situatie 1: Je hebt de aflossingsvrije hypotheek in 2020 overgesloten tegen 2 procent rente. Je spaargeld zet je in 2023 vast op een depositorekening voor 3 jaar tegen 2,9 procent rente.

In dit geval is extra aflossen niet aantrekkelijk omdat je meer verdient met sparen. Zou je 20.000 euro spaargeld gebruiken om een stuk van de hypotheek af te lossen, dan zou je jaarlijks 400 euro besparen op de hypotheeklasten, terwijl je met sparen 580 euro per jaar aan rente ontvangt.

Situatie 2: Je hebt de hypotheek dit jaar overgesloten tegen 4 procent rente. Wederom ontvang je geen hypotheekrenteaftrek. Met een spaardeposito voor 3 jaar ontvang je 2,9 procent rente. In dit geval is extra aflossen wel voordelig omdat de kosten voor de hypotheek hoger zijn dan het rendement op je spaargeld.

Met een aflossing van 20.000 euro bespaar je jaarlijks 800 euro op de hypotheeklasten, terwijl die 20.000 euro op je spaarrekening per jaar 580 euro oplevert.

In de bovenstaande voorbeelden hebben we de inflatie niet meegenomen. Tussen de spaarrentes en de inflatie gaapt nog altijd een enorm groot gat. Dit betekent dat je over een jaar minder spullen en diensten kunt kopen voor hetzelfde geld.

Daarmee wordt aflossen wellicht weer aantrekkelijker. Anderzijds is het in deze dure tijden misschien prettig om een wat hogere spaarbuffer te hebben in economisch onzekere tijden. Het is dus belangrijk om de verschillende argumenten tegen elkaar af te wegen.

LEES OOK: Forse verhoging hypotheekrente bij deel geldverstrekkers: zo groot is verschil hoogste en laagste rente voor 10 en 20 jaar vast