- Veel mensen zullen op hun eerste loonstrookje van 2024 zien dat hun inkomen gestegen is.
- Dat heeft ook gevolgen voor het recht op huur- en zorgtoeslagen en de hoogte daarvan.
- De Belastingdienst raadt iedereen aan meteen het inkomen voor toeslagen te checken en eventuele wijzigingen door te geven.
- Lees ook: Eerste loonstrookje van 2024: zo begrijp je wat er staat en hoe je nettoloon tot stand komt
Veel werknemers zullen deze week op hun loonstrookje zien dat hun salaris omhoog is gegaan. Uit eerdere berekeningen van salarisverwerker ADP blijkt dat het door fiscale voordelen netto om gemiddeld 70 euro per maand gaat, al zijn er uiteraard verschillen tussen sectoren en speelt de hoogte van het inkomen een rol.
Maar daarnaast profiteren vele werknemers ook van loonsverhogingen in reactie op de hoge inflatie van 2022 en afgelopen jaar. Gemiddeld rekent het Centraal Planbureau voord dit jaar op loonstijgingen van iets meer dan 5 procent.
Hoger salaris: gevolg voor zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget
Een hoger salaris heeft ook invloed op je recht op huur- of zorgtoeslagen en de hoogte daarvan. De Belastingdienst raadt iedereen daarom aan meteen het inkomen voor toeslagen te checken en eventuele wijzigingen door te geven.
Per 1 januari zijn de meeste toeslagen omhoog gegaan. Zo kunnen meer mensen huurtoeslag en kindgebonden budget aanvragen. Op toeslagen.nl/proefberekening kan je middels een proefberekening bepalen of jij met de veranderde omstandigheden (nog) recht hebt op toeslag.
De Belastingdienst heeft ook een rekenhulp ontwikkeld om je inkomen voor toeslagen te berekenen, het zogeheten 'toetsingsinkomen'. Met de rekenhulp weet je precies welk inkomen daaronder valt.
Als je twijfelt over je inkomen of een flexibel inkomen hebt, dan kun je het beste je inkomen iets hoger inschatten. Daardoor loop je minder kans dat je te veel toeslag krijgt en later terug moet betalen. En als achteraf blijkt dat je inkomen toch lager was, dan krijg je de toeslag die je te weinig kreeg alsnog.
Als je niet in loondienst bent, maar bijvoorbeeld als zzp'er werkt, dan raadt de fiscus aan om elke drie maanden te checken of de inschatting voor het toetsingsinkomen klopt.
Iedereen die een toeslagpartner heeft, moet ook het inkomen van die toeslagpartner doorgeven. Dat is bijvoorbeeld iemand met wie je getrouwd bent of met wie je samen een koophuis hebt en op hetzelfde adres woont.
En als er iets verandert in je leven ben je zelf verantwoordelijk voor het doorgeven daarvan, want Dienst Toeslagen weet pas na afloop van het jaar hoe je situatie echt was. Door veranderingen meteen door te geven voorkom je dat je maandenlang te veel te weinig toeslag krijgt.