Wie een zzp’er inhuurt, terwijl eigenlijk sprake is van een verkapt dienstverband, loopt het risico op een boete en een forse naheffingsaanslag. Hoe kun je dit voorkomen?
Op 1 mei is de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties’ (Wet DBA) in werking getreden. Hiermee is de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) vervallen.
Bij de VAR konden mensen op papier als zzp’er werken, terwijl eigenlijk sprake was van een verkapt dienstverband; bijvoorbeeld omdat ze voor slechts één opdrachtgever werkten. De nieuwe wet moet deze vorm van schijnzelfstandigheid tegengaan.
De nieuwe wet legt meer verantwoordelijkheid neer bij de opdrachtgever. Wie zzp’ers inhuurt, is niet langer automatisch gevrijwaard van het afdragen van loonbelasting en sociale premies. Huur je iemand in als zelfstandige, maar doet hij zijn werk feitelijk in (fictieve) dienstbetrekking, dan kan de Belastingdienst je een naheffingsaanslag loonheffingen en een boete opleggen. Het is dus belangrijk om je zaakjes goed op orde te hebben. Z24 zet op een rij waar je zoal op moet letten.
Overeenkomst nodig?
Schakel je zzp’ers in of word je zelf als zzp’er ingehuurd, bedenk dan eerst samen of een overeenkomst wel nodig is. In veel gevallen is al bij voorbaat duidelijk dat geen sprake is van een dienstverband, bijvoorbeeld als je schilderwerk verricht voor verschillende particuliere klanten.
Leg contract voor aan de Belastingdienst
Is sprake van een grijs gebied, stel dan voorafgaand aan de opdracht een overeenkomst op waarin je de werkwijze vastlegt en leg deze overeenkomst voor aan de Belastingdienst. De fiscus beoordeelt op basis van de gemaakte afspraken in de overeenkomst of er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. Zo krijgen beide partijen vooraf zekerheid over de kwalificatie van hun arbeidsrelatie. De overeenkomst is in principe vijf jaar geldig.
Ben je zzp'er, dan moet je met elke opdrachtgever zo'n overeenkomst sluiten. Dat is een belangrijk verschil met de VAR-verklaring, die voor meerdere opdrachtgevers geldig was.
Gebruik een modelovereenkomst
Voor het opstellen van zo'n overeenkomst, kun je ook gebruik maken van diverse modelovereenkomsten met een goedkeurend stempel van de Belastingdienst. Er zijn twee smaken: algemene en branchespecifieke modelcontracten.
De algemene overeenkomsten zijn breed toepasbaar. Deze vind je op de website van de Belastingdienst.
De modelovereenkomsten voor specifieke branches en beroepsgroepen, zoals de bouw of de ict-sector, zijn opgesteld door sectoren en belangenorganisaties.
Je bent niet verplicht om deze modelovereenkomsten te gebruiken. Het is ook toegestaan om een eigen contract op te stellen en voor te leggen aan de Belastingdienst. Maar het voordeel van een fiscus-proof modelovereenkomst, is dat je het wiel niet zelf hoeft uit te vinden en bovendien zeker weet dat je geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen, als je werkt volgens de bepalingen
Leg vast met welke overeenkomst je werkt
Leg wel duidelijk vast met welke overeenkomst je gaat werken. Dit kan bijvoorbeeld door in een mail waarin je onderling afspraken maakt te verwijzen naar het nummer van de modelovereenkomst (elke modelovereenkomst heeft een uniek nummer) of door de modelovereenkomst als bijlage mee te sturen.
Kom de afspraken na
Een overeenkomst alleen is niet voldoende. De Belastingdienst verwacht dat je ook daadwerkelijk werkt volgens de bepalingen in de overeenkomst. In de modelovereenkomsten zijn de belangrijke bepalingen (echte voorwaarden die van belang zijn om te bepalen of wel of niet sprake is van loondienst) geel gemarkeerd. Denk bijvoorbeeld aan de afspraak dat de zzp'er zijn werk zelfstandig indeelt.
Wijk je hiervan af, dan kan de Belastingdienst besluiten dat er toch sprake is van een dienstbetrekking en alsnog een naheffingsaanslag loonheffingen opleggen. Staat bijvoorbeeld in de overeenkomst dat de zzp'er op een eigen laptop werkt, maar maakt hij in de praktijk altijd gebruik van een computer van jouw bedrijf, dan kun je een probleem krijgen met de fiscus.
Als dit incidenteel voorkomt (bijvoorbeeld als de zzp'er één keer per ongeluk zijn laptop thuis heeft laten liggen en er die dag een van jou leent), is er geen man overboord. Maar komt dit structureel voor, dan moet je oppassen.
De bepalingen in de modelovereenkomsten die níet geel zijn gemarkeerd mag je zelf aanvullen en aanpassen naar je eigen situatie, mits dat niet in strijd is met de geel gemarkeerde artikelen. Deze aanpassingen hoef je niet aan de Belastingdienst voor te leggen.
Inspanningsverplichting
Hoewel er een overgangstermijn van een jaar geldt, mag je niet achterover leunen. Alle partijen hebben een inspanningsverplichting en moeten kunnen aantonen dat ze ermee bezig zijn. Je kunt bijvoorbeeld bij jouw brancheorganisatie informeren of er een branchespecifieke modelovereenkomst in de maak is. Of met de opdrachtnemer gesprekken voeren over het gebruik van de overeenkomst en eventueel benodigde aanpassingen in de werkwijze.
Op 1 mei 2017 moet je je zaken wel helemaal op orde hebben en kan de Belastingdienst ingrijpen als in haar ogen sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking.
Waar let de fiscus op?
De Belastingdienst heeft een Handreiking DBA gepubliceerd, waarin staat vermeld waar zij op let bij het beoordelen van voorgelegde contracten. Zo wordt gekeken of er sprake is van een gezagsverhouding, een verplichting voor de zzp'er om arbeid te verrichten en een verplichting van de opdrachtgever om loon te betalen bij ziekte.
Ook andere zaken kunnen een rol spelen. Heeft de zzp'er slechts één opdrachtgever of neemt hij deel aan een collectieve pensioenvoorziening, dan zullen de wenkbrauwen van de fiscus gaan fronzen. De Belastingdienst bekijkt de zaken in samenhang.
Geen uitsluitsel over aard inkomsten
Ben je zzp'er, bedenk dan dat de modelovereenkomsten geen uitsluitsel geven hoe de Belastingdienst jouw inkomsten beschouwt: als 'winst uit onderneming' of als 'resultaat uit overige werkzaamheden'. Dit oordeel velt de fiscus pas bij je aangifte inkomstenbelasting.
De modelovereenkomsten geven alleen zekerheid over de aard van de arbeidsrelatie en de vraag of wel of geen loonheffingen hoeven te worden ingehouden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl