Huurprijzen zijn afgelopen juli gemiddeld met 2,9 procent gestegen, vergeleken met een jaar eerder.
In de vrije sector lag de gemiddelde huurstijging op 3 procent.
De verhoging van huurprijzen is voor zittende huurders aan regels gebonden. Maar bij wisseling van bewoners is er meer vrijheid.
Verhuurders verhoogden huurprijzen voor nieuwe huurders afgelopen juli gemiddeld met 9,5 procent.
Bij huurverhogingen voor bestaande huurders gelden regels die huurstijgingen aan banden leggen. Maar als er nieuwe huurders komen, hebben verhuurders meer ruimte om prijzen aan te passen. Dat gebeurde bij de huuraanpassing van afgelopen juli volop.
Uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de gemiddelde huurstijging bij wisseling van bewoners afgelopen juli 9,5 procent bedroeg, vergeleken met een jaar eerder.
In de afgelopen vijf jaar was de huurstijging bij wisseling van huurders alleen in 2018 nog een fractie hoger, met een plus van 9,6 procent.
Sterke stijging huurprijzen
De prijzen van huurwoningen zijn in juli het sterkst gestegen sinds 2014, aldus het CBS. Dat komt vooral door de relatief hoge inflatie in Nederland. Die wordt gebruikt om vast te stellen hoeveel de huur maximaal mag worden verhoogd.
De woninghuren lagen afgelopen juli gemiddeld 2,9 procent hoger dan een jaar eerder.
De huren van sociale huurwoningen die niet in handen waren van een woningcorporatie stegen het meest, met 3,4 procent. Daarna volgden de vrijesectorwoningen met 3 procent.
Bewoners van sociale huurwoningen van woningcorporaties bleef de huurstijging beperkt tot 2,7 procent.
In Nederland is aan banden gelegd hoeveel de huurprijzen jaarlijks mogen worden verhoogd. Dat wordt onder meer berekend aan de hand van de inflatie en – bij gereguleerde huurwoningen – het inkomen van de bewoners. Dit jaar was de inflatie hoog vergeleken met eerdere jaren en dat werkte door in de huurprijzen.
Sterkste stijging huren in Rotterdam en Den Haag
Voor het eerst in jaren stegen de huren niet het meest in Amsterdam. Hier was de stijging 3,5 procent. Den Haag zat daar met 3,6 net boven. Maar in Rotterdam werd de grootste stijging genoteerd, van 4,1 procent.
De Woonbond vindt het de hoogste tijd dat het kabinet betaalbaar wonen een topprioriteit maakt, na de sterke huurstijgingen. "Dat is extra wrang nu veel huurders in onzekerheid zitten over de ontwikkeling van hun inkomen. Ze zijn vaak al een veel te groot deel van hun inkomen kwijt aan huur", stelt de belangenbehartiger van huurders.
De Woonbond pleit voor het afschaffen van de verhuurderheffing. Dat is een belasting die verhuurders in de sociale sector betalen als ze meer dan 50 woningen verhuren. Als het kabinet verhuurders van sociale woningen minder zwaar belast, zou er zou er meer kunnen worden gebouwd en worden geïnvesteerd in betaalbare woningen, aldus De Woonbond.