Het begrotingsoverschot dit jaar zal iets lager zijn dan op Prinsjesdag werd geraamd. Het loopt terug van 0,6 naar 0,4 procent, zei minister Wopke Hoekstra van Financiën vrijdag na de ministerraad. “Maar dit jaar gaan we voorlopig goed afsluiten”, zei hij.
Er komt meer dan een miljard minder in de schatkist. Financiële tegenvallers zijn onder meer de hulp aan Sint-Maarten na de orkaan Irma. Daar is alleen al voor het wederopbouwfonds 550 miljoen euro uitgetrokken. Verder gaat er 67 miljoen naar de twee andere Bovenwindse eilanden, Sint-Eustatius en Saba. Ook is er vertraging in de schenk- en erfbelasting. Dat scheelt 450 miljoen euro. Dat komt naar verwachting in de eerste helft van volgend jaar pas binnen, zei Hoekstra.
Daar staat een meevaller van 700 miljoen in de zorg tegenover. Er is minder dan verwacht uitgegeven aan geneesmiddelen. Ook is er 51 miljoen euro meer aan belastingen binnengekomen.
“Ik denk nog steeds dat het heel goed nieuws is”, zei de bewindsman. Weinig landen in Europa stevenen volgens hem af op zo’n overschot. Dat is te danken aan “de robuustheid van de Nederlandse economie” en “het verstandige beleid van het vorige kabinet”.
De cijfers zijn verwerkt in de Najaarsnota, de laatste stand van de begroting, die door de ministerraad is goedgekeurd. Het overschot gaat naar aflossing van de staatsschuld.