Vorige week bleek uit cijfers van makelaarsclub NVM al dat de huizenprijzen naar een nieuwe piek waren gestegen en dat die ontwikkeling per regio nogal verschilde. Dit beeld wordt bevestigd door de data die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster vrijdagochtend publiceerden.
De cijfers van de NVM en het CBS/Kadaster kunnen enigszins verschillen. De cijfers van de NVM zijn gebaseerd op de voorlopige contracten van door NVM-makelaars verkochte woningen, terwijl het CBS en het Kadaster de prijsontwikkeling van alle bestaande koopwoningen in Nederland meten en gebruikmaken van de akten die bij het Kadaster worden geregistreerd.
Duidelijk is dat de huizenprijzen al enige tijd aan het pieken zijn en het aanbod langzaam opdroogt. Volgens de CBS-cijfers stegen de prijzen in juni bijna 9 procent in vergelijking met een jaar eerder. De gemiddelde verkoopprijs van een huis was ruim 289.000 euro.
Het CBS noemt het opvallend dat Noord-Holland afgelopen maanden niet meer de provincie is met de grootste gemiddelde prijsstijging. Die “eer” kwam in het tweede kwartaal toe aan Flevoland, waar huizen in doorsnee 11,6 procent duurder werden op jaarbasis.
Krapte neemt bijna overal toe
Vooral in de vier grootste steden nam de krapte op de woningmarkt toe. In Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Amsterdam lag het aantal verkopen 13 tot 16 procent lager dan in het tweede kwartaal van 2017. Huizenprijzen stegen in die steden in een jaar tijd 12 tot 14 procent.
De provincie Groningen was in het tweede kwartaal van 2018 de enige provincie waar het aantal verkopen hoger was dan een jaar eerder. In alle andere provincies lag het aantal transacties lager dan in het tweede kwartaal van 2017. Het sterkst was de daling in de drie randstadprovincies en Friesland.