Huizenprijzen in Nederland blijven onstuimige stijgen. In het vierde kwartaal van 2017 lag de gemiddelde prijsstijging op op 9,1 procent vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2017 klommen huizenprijzen gemiddeld 2,3 procent in het slotkwartaal.
Dit blijkt uit cijfers die de Nederlandse Vereniging voor Makelaars (NVM) donderdag bekend maakt over hoe de Nederlandse woningmarkt zich in het vierde kwartaal van 2017 heeft ontwikkeld.
(klik voor uitvergroting)
Bekend is dat de Amsterdamse huizenmarkt op z’n kop staat (+ 13,5 procent op jaarbasis), maar deze stijging is minder hoog dan voorheen. Ook stijgingen in steden als Den Haag (+20,3 procent op jaarbasis), Almere (+17,6 procent op jaarbasis) en Leiden (14 procent op jaarbasis) zijn opmerkelijk.
In enkele regio’s ten oosten van Zwolle stegen de prijzen niet.
Aantal verkochte woningen daalt
Voor het eerst sinds het dieptepunt van de crisis in 2013 is het aantal verkochte woningen afgelopen kwartaal gedaald ten opzichte van een jaar eerder.
De krimp, met 6 procent, hing al langer in de lucht. De NVM waarschuwt al geruime tijd dat het aanbod op de woningmarkt steeds slechter aansluit bij de vraag. Starterswoningen, met name appartementen in de Randstad, zijn steeds moeilijker te vinden.“Dat vormt, samen met de verder aangescherpte financieringsregels, een extra belemmering voor met name starters op de woningmarkt”, zegt NVM-voorzitter Ger Jaarsma bij de presentatie van de woningmarktcijfers
Zo werden er in het vierde kwartaal van het afgelopen jaar 30 procent minder woningen tot 150.000 euro verkocht. In de prijsklasse daarboven tot twee ton was de daling 13 procent. Duurdere woningen van 400.000 tot 750.000 euro werden daarentegen 13 procent vaker verkocht. Over heel 2017 verkochten NVM-makelaars ruim 166.000 bestaande koopwoningen, ruim duizend meer dan een jaar eerder.
(klik voor uitvergroting)
De krapte op de woningmarkt zorgde ook voor hogere prijzen en kortere verkooptijden. Een gemiddelde koopwoning werd in het vierde kwartaal 9 procent duurder en wisselde na 52 dagen op een recordniveau van 269.000 euro van eigenaar. Bijna 28 procent van de woningen bracht meer op dan de vraagprijs en 17 procent werd precies voor de gevraagde prijs verkocht. De gemiddelde vraagprijs steeg in een jaar met 10 procent.
Het krappe aanbod bij een toenemende vraag, de gestegen prijzen en het moeten overbieden in veel grote steden, hebben volgens Jaarsma consumenten ko(o)pschuw gemaakt. “Ze hebben niet langer zin om in de rij te staan voor een woning en vlak voor de drempel te horen dat die al verkocht is aan een ander.”
Zeepbel op huizenmarkt?
Veel Nederlanders hebben inmiddels de indruk dat de huizenmarkt weer een zeepbel is geworden, blijkt uit een peiling van ING: 52 procent van de ondervraagden heeft het gevoel dat er sprake is van een zeepbel, 21 procent vindt van niet en 27 procent heeft geen mening.
Zelf menen economen van grootbank ING dat er nog geen sprake is van een zeepbel: "Het prijsniveau ligt nog altijd ruim onder het niveau van voor de crisis en de sterke groei van de huizenprijzen is een logisch gevolg van fundamentele factoren", stellen de economen donderdag. Zij wijzen op de lage hypotheekrente, inkomensstijgingen en achterblijvende nieuwbouw.