- In nieuwe ramingen gaan economen van De Nederlandsche Bank ervan uit dat woningen dit jaar gemiddeld 10 procent duurder worden.
- Ook in 2022 blijven huizenprijzen doorstijgen, vanwege de krapte op de woningmarkt en de lage hypotheekrente.
- DNB verwacht dat de werkloosheid slechts beperkt toeneemt als de coronasteunmaatregelen worden afgebouwd.
De huizenprijzen in Nederland blijven voorlopig waarschijnlijk flink oplopen.
Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) zal de prijsstijging volgend jaar wel afzwakken ten opzichte van de records van de laatste tijd. Maar in historisch perspectief gaat het ook dan nog steeds om een grote toename, aldus de deskundigen bij de centrale bank.
In nieuwe ramingen gaat DNB ervan uit dat woningen dit jaar gemiddeld 10 procent duurder worden. In lijn met de licht oplopende rentestanden op de kapitaalmarkt zal de hypotheekrente volgend jaar wat toenemen. Dat geldt ook voor de werkloosheid.
Hierdoor is de verwachte prijsstijging voor 2022 lager, maar met 5,5 procent “in historisch perspectief nog steeds hoog”. In 2023 loopt de gemiddelde hypotheekrente naar verwachting wat verder op, waardoor de prijsstijging afvlakt naar 3,5 procent.
Ongeveer een jaar geleden hield DNB nog rekening met een coronadip voor de huizenprijzen. Maar daarvan is in de praktijk absoluut geen sprake geweest. De recente stijgingen zijn ook flink hoger dan wat DNB nog voorzag ten tijde van zijn decemberraming, ongeveer een half jaar geleden.
In april werden koopwoningen gemiddeld bijvoorbeeld voor 11,5 procent hogere prijzen verkocht dan een jaar terug. Daarmee was sprake van de grootste prijsstijging in twintig jaar.
Krapte op woningmarkt en lage hypotheekrente drijven huizenprijzen op
De situatie is voor een groot deel ontstaan door de enorme krapte op de woningmarkt. Het aanbod aan te koop staande huizen is fors geslonken, waardoor mensen flink tegen elkaar op moeten bieden om nog een huis te bemachtigen. Ook de lage hypotheekrente speelt een rol, evenals de afschaffing van de overdrachtsbelasting voor huizenkopers jonger dan 35 jaar.
Die laatste maatregel was bedoeld om starters meer kansen te geven op de markt. Maar waarschijnlijk heeft de ingreep er alleen maar toe geleid dat de huizenprijzen extra zijn gestegen.
Risico van hogere schulden op huizenmarkt
Dit alles betekent ook dat de huizenkopers zich nu nog dieper in de schulden moeten steken om een huis te kopen. Dat is volgens de DNB niet zonder gevaren. De centrale bank kondigde onlangs aan met ingang van volgend jaar alsnog strengere hypotheekregels in te voeren voor banken.
De woningmarkt dreigt vast te lopen, waarschuwde DNB-president Klaas Knot. Volgens hem bestaat in deze oververhitte situatie de kans dat zich plots een prijscorrectie voordoet. Hierdoor zouden veel huizen 'onder water kunnen komen te staan' en dat zou een risico zijn voor het financiële systeem van Nederland.
Net als andere deskundigen hameren de bestuurders van DNB er ook op dat er meer woningen moeten worden gebouwd. De doelstelling van het kabinet om gemiddeld 90.000 woningen per jaar te bouwen tot 2030 wordt in 2021 naar verwachting opnieuw niet gehaald, benadrukken de kenners. Daarnaast pleit DNB er al een tijd voor om belastingvoordelen voor huizenkopers af te bouwen, omdat die het aangaan van hoge hypotheekschulden in de hand zouden werken.
Stijging werkloosheid beperkt na wegvallen coronasteun voor bedrijven
De Nederlandse economie herstelt naar verwachting vlot van de coronacrisis. Daarbij blijft de toename van de werkloosheid na het wegvallen van de steunpakketten van de overheid waarschijnlijk beperkt.
De Nederlandsche Bank denkt daarom dat het nieuwe kabinet niet meer met nieuwe maatregelen hoeft te komen om het economisch herstel te stutten.
Volgens DNB-directeur Olaf Sleijpen zijn de economische gevolgen van de coronapandemie in eerdere ramingen steevast overschat, ondanks de forse krimp in 2020. Hij constateert dat de vooruitzichten er nu weer goed uitzien. Waarschijnlijk groeit de economie dit jaar met 3 procent. Volgend jaar zou de groei versnellen tot 3,7 procent en in 2023 weer op een wat normaler tempo van 1,9 procent uitkomen.
Nederland profiteert onder meer mee van het flinke steunpakket waarmee de Amerikaanse president Joe Biden is gekomen. Sleijpen denkt verder dat de particuliere consumptie weer zal aantrekken als de pandemie voorbij is.
De econoom merkt ook op dat er in de becijferingen is gewerkt met de veronderstelling dat de contactbeperkende maatregelen tot het einde van het jaar geleidelijk worden versoepeld. Dit is in lijn met aannames uit de prognoses van de Europese Centrale Bank (ECB). Maar als alles sneller gaat, dan zou dat dus een meevaller betekenen en zou Nederland nog krachtiger herstel kunnen laten zien.
DNB denkt dat de werkgelegenheid aanvankelijk licht zal afnemen als de overheidssteun na het derde kwartaal van dit jaar wordt afgebouwd. Maar deze dip is waarschijnlijk van korte duur en in de loop van 2022 zou er weer veel werk bij moeten komen.
Dat laatste is natuurlijk positief, maar betekent ook dat de werkloosheid zal oplopen. Doordat banen dan makkelijker te vinden zijn zullen meer mensen zich melden op de arbeidsmarkt, wat tijdelijk zorgt voor een sterkere groei van het aantal mensen dat werk zoekt. Het gaat bijvoorbeeld om jongeren die eerder vanwege de crisis besloten nog een jaar langer door te studeren.
Dit jaar zit volgens DNB circa 3,6 procent van de beroepsbevolking werkloos thuis. Volgend jaar gaat het waarschijnlijk om 4,5 procent. Door het verdere economische herstel daalt de werkloosheid daarna weer, tot 4,1 procent in 2023.
Natuurlijk zal de situatie per sector verschillend uitpakken, maar een massale faillissementengolf na het einde van de steunmaatregelen hoeft Nederland volgens Sleijpen niet te verwachten.