De huizenprijzen zijn vorige maand opnieuw flink gestegen, melden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster. In juni waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 9,7 procent hoger dan in juni 2023. Dat is de grootste stijging in bijna twee jaar.

CBS

Kopers moesten in juni gemiddeld 441.112 euro neerleggen voor een bestaande koopwoning. Dat betekent dat huizen vergeleken met de maand ervoor 1,3 procent duurder zijn geworden.

De woningmarkt is al langer erg krap; er zijn veel meer mensen die een huis willen kopen dan dat er te koop staan. Mede daardoor gingen de prijzen tot zo’n twee jaar geleden al flink omhoog en moesten potentiële kopers vaak overbieden op de vraagprijs. Daarna daalden de prijzen iets door de hogere hypotheekrente.

Sinds juni 2023 maken de huizenprijzen weer een opmars. In juni 2024 lagen de prijzen volgens het statistiekbureau gemiddeld 3,2 procent hoger dan bij de vorige piek in juli 2022.

Dat de prijzen nu opnieuw stijgen, komt naast het huizentekort door een combinatie van grote loonstijgingen en veel overgebleven spaargeld uit de coronaperiode. Daardoor kunnen mensen meer bieden voor een koophuis.

Lees ook: Nadeel van hoge huizenprijzen: starters moeten steeds meer eigen geld inleggen om huis te kunnen kopen

Fors minder transacties op huizenmarkt in juni

Het aantal woningen dat in juni van eigenaar is gewisseld, nam wel af. Volgens het Kadaster werden in juni 14.662 woningtransacties geregistreerd. Dat is bijna 12 procent minder dan een jaar eerder. In het eerste halfjaar van 2024 werden 92.383 woningen verkocht, bijna 9 procent meer dan een jaar eerder.

CBS

De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) meldde begin juli al dat de huizenprijzen in het tweede kwartaal door de krappe woningmarkt tot het hoogste niveau ooit waren gestegen.

Volgens de NVM bedroeg de gemiddelde verkoopprijs van bestaande huizen afgelopen kwartaal 468.000 euro. Dat is 7,2 procent meer vergeleken met het eerste kwartaal van 2024.

De makelaars spraken daarbij al van een "uitzonderlijke" toename, omdat een stijging van deze omvang sinds het begin van de metingen in 1995 maar een keer eerder is voorgekomen.

Anders dan de CBS-cijfers zijn die van de NVM gebaseerd op het moment dat het koopcontract wordt getekend. Dat is eerder dan het moment van registratie door de notaris waar het CBS naar kijkt, waardoor trends door de makelaars vaak eerder worden gesignaleerd.

LEES OOK: Huurprijzen in vrije sector stijgen met gemiddeld 10% in tweede kwartaal – krapte in aanbod neemt toe door nieuwe wet