Het gaat dit jaar nog een tikkie harder met de huizenprijzen dan in 2017, verwachten economen van Rabobank. Dat is zeker niet voor iedereen goed nieuws.
In 2017 steeg de prijs van een koopwoning gemiddeld met 7,6 procent. In 2018 wordt dat 8 procent en een jaar later nog eens 7 procent, schatten economen van Rabobank in een vrijdag verschenen rapport.
Wat betreft de woningverkopen ging het afgelopen jaar vooral buiten de Randstad hard. In Gelderland steeg het aantal verkochte woningen met 19 procen, in Drenthe met 23 procent en in Flevoland zelfs met 24 procent.
Rabobank-econoom Christian Lennartz verwacht dat die opmars dit jaar doorzet, maar ,,dat het aantal verkopen in de steden stagneert of verder daalt”. Het aantal verkopen daalt begin 2019, verwachten Lennartz en zijn collega’s.
Het relatief krappe aanbod van woningen bij sterk stijgende huizenprijzen heeft een aantal gevolgen:
De gemiddelde huizenprijs klimt in 2019 tot boven de €300.000
Jongeren zonder eigen geld of rijke ouders komen moeilijker aan een huis
Kopers kijken noodgedwongen vaker buiten de Randstad
Betaalbaarheid woningen nog goed - maar vraag is hoelang dat zo blijft
Wat betreft het aandeel van wonininguitgaven als percentage van het besteedbaar inkomen is nog geen sterke stijging waarneembaar. Maar dit heeft vooral te maken met de extreem lage hypotheekrentes en het feit dat er met spaargeld nog veel extra wordt afgelost op oude hypotheekleningen. Ook krijgen jonge kopers met vermogende ouders vaak een bijdrage in de vorm van een eenmalige schenking.
Toch merken de economen van Rabobank op: "De prijsstijgingen kunnen (...) niet eindeloos doorgaan, vooral vanwege de loan-to-income-normen: op een gegeven moment zal een groot deel van de kopers tegen een financieringsprobleem aanlopen."