Ook in mei zet een nieuwe trend op de huizenmarkt door. Prijzen van koopwoningen liggen vergeleken met een jaar geleden nog fors hoger, maar sinds de start van dit jaar beweegt de gemiddelde huizenprijs nauwelijks meer.
Bestaande koopwoningen zijn in mei 7,2 procent duurder geworden dan een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van gegevens van het Kadaster. De stijging was iets minder groot dan de voorgaande maanden.
In onderstaande grafiek is te zien dat de stijging van de huizenprijs op jaarbasis steeds wat minder groot wordt.
De gemiddelde prijs van een koopwoning kwam vorige maand uit op 303.240 euro. Dat is het hoogste gemiddelde ooit en een kleine 800 euro meer dan een maand eerder. In januari was de gemiddelde huizenprijs voor het eerst meer dan 3 ton waard, maar in februari dook de prijs weer onder die grens. Sinds maart zijn woningen gemiddeld weer meer dan 300.000 euro waard.
Stagnatie huizenprijs in 2019
In 2019 is dus sprake van een stabilisatie van de gemiddelde huizenprijs rond de drie ton. Kijk je naar de maand-op-maand-ontwikkeling van de huizenprijs, dan is in de afgelopen drie maanden (maart, april en mei) sprake van een minieme stijging van 0,4 procent. Dit bevestigt het beeld van een afkoelende huizenmarkt.
Economen van grootbanken zoals ABN Amro gaan uit van een gematigde ontwikkeling in de komende jaren met een gemiddelde stijging van de huizenprijs met 6 procent dit jaar en 4 procent in 2020.
In mei werden 19.708 woningen verkocht. Dat zijn er ruim 8 procent meer dan in dezelfde maand vorig jaar. In heel 2019 loopt de woningmarkt wel achter, mede door de krapte op de huizenmarkt. Het totaal aantal verkochte woningen ligt 2,5 procent onder dat van de eerste vijf maanden van 2018. De achterstand op 2018 wordt wel kleiner.