De Nederlandse huizenmarkt maakt nog altijd een gloeiend rode indruk.
In het derde kwartaal van dit jaar klom de gemiddelde huizenprijs met 10,3 procent vergeleken met een jaar eerder. Dat is vergelijkbaar met de gemiddelde prijsstijging in het tweede kwartaal.
Dat blijkt uit het donderdag gepubliceerde kwartaaloverzicht van makelaarsvereniging NVM.
Tegelijk daalt het aantal woningverkopen door een afnemend aanbod en doordat onder meer starters steeds moeilijker aan een woning kunnen komen.
De tabel hieronder vat de belangrijkste trends van de afgelopen drie maanden samen.
(klik voor uitvergroting)
De huizenmarkt in Nederland is zodanig ontspoord dat alleen een nationaal woningbouwplan de zaak nog op de rails kan krijgen, stelt de NVM. Inmiddels zijn er ook steeds meer beleggers, expats en zelfs werkgevers actief op de markt, waardoor de huizenprijzen alsmaar verder oplopen.
Multinationals kopen huizen op voor hun personeel
Makelaars merken dat multinationals soms een hele voorraad woningen kopen om huisvesting voor nieuw personeel veilig te stellen. "Zo worden vaak hele huizenblokken al uit de markt getrokken voor andere gegadigden er aan te pas komen", zegt NVM-voorzitter Ger Jaarsma. Het grote probleem is het enorme tekort aan woningen.
Het aantal te koop staande huizen is in een jaar met ruim 30 procent gedaald.
De branche roept al een paar jaar dat er in Nederland veel te weinig wordt gebouwd. Tot 2030 zouden er 1 miljoen nieuwe huizen bij moeten komen, meent de NVM. "Als dat nu niet snel en grondig wordt opgepakt, raakt de markt steeds verder in de vicieuze cirkel van dalend woningaanbod en blijvende prijsstijgingen. Dit gaat echt de verkeerde kant op."
De periode juli tot en met september was voor bij de NVM aangesloten makelaars al het vijfde achtereenvolgende kwartaal dat er minder huizen aan de man werden gebracht dan een jaar eerder. In totaal verkochten ze ruim 36.000 woningen, wat neerkomt op een terugval van bijna 12 procent.
Gemiddeld verwisselt een huis nu voor een recordbedrag van 292.000 euro van eigenaar, ruim 10 procent meer dan in het derde kwartaal vorig jaar. "Er zijn mensen die afhaken, omdat ze niet verder opgejaagd willen worden in deze prijzengekte, maar er zijn ook mensen die om uiteenlopende redenen per se een woning willen en bereid zijn daarvoor ver te gaan.''
Grote regionale verschillen
De regionale verschillen blijven groot, ook binnen de Randstad. Een gemiddelde tussenwoning in Haarlem kost bijvoorbeeld ongeveer evenveel als een appartement in Amsterdam. Maar voor veel mensen is verhuizen onbetaalbaar geworden.
"Het is al zover dat kinderen tot hun na hun dertigste bij hun ouders moeten blijven wonen, omdat er niets betaalbaars voor hen te kopen of te huren valt'', aldus Jaarsma.