- Huizenprijzen zijn in Nederland in mei op jaarbasis wat harder gedaald dan in april.
- Vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder werden bestaande koopwoningen in mei 2023 5,6 procent goedkoper.
- Een gemiddeld huis kost daardoor ongeveer 25.000 euro minder dan een jaar geleden.
- Lees ook: Krapte huizenmarkt frustreert jongeren bij ambitie om zelfstandig te wonen en kinderen te krijgen
Huizenprijzen zijn in mei gemiddeld genomen met 5,6 procent gedaald, vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder. Daarmee is de daling van huizenprijzen in mei groter dan in april, toen huizenprijzen op jaarbasis met 4,4 procent daalden.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag.
Huizenprijzen bereikten een piek medio 2022 en vertonen sindsdien een dalende lijn. Sinds februari dit jaar is dat ook terug te zien in de ontwikkeling op jaarbasis.
Ten opzichte van april daalden de huizenprijzen in mei met 0,1 procent. De daling op maandbasis was in april sterker, want toen zakten huizenprijzen met 1,1 procent vergeleken met maart.
De gemiddelde koopwoning die in mei werd verkocht, kostte 403.913 euro afgelopen maand. In dezelfde maand een jaar eerder was dat nog 429.077 euro, waarmee een gemiddelde woning ongeveer 25.000 euro minder oplevert dan een jaar geleden.
Eerder deze week zei De Nederlandsche Bank (DNB) nog te verwachten dat de huizenprijzen dit jaar en volgend jaar nog blijven dalen. Daarmee gaat er in totaal zo'n 10 procent van de prijs af ten opzichte van het piekniveau van 2022.
Het aantal verkochte woningen lag in mei op ruim 15.000, komt naar voren uit cijfers van het Kadaster. Dat is 4 procent minder dan in mei 2022. In de eerste vijf maanden van dit jaar werden al bijna een tiende minder woningen verkocht dan vorig jaar. De teller staat dit jaar net boven de 68.000 verkochte woningen.
Nieuwbouw relatief duur
Veel potentiële huizenkopers vinden nieuwbouwwoningen momenteel minder aantrekkelijk dan een jaar geleden. Ze vinden nieuwbouw nu relatief duur ten opzichte van bestaande woningen. Ook maken zij zich zorgen over de lange oplevertijd, staat in een rapport over de woningmarkt van ING.
Gevreesd wordt dat de woning tegen de tijd dat hij opgeleverd wordt, minder waard is. Ook zijn ondervraagden huiverig voor de dubbele lasten. Daarbij vrezen ze dat er een meer geschikt huis voorbijkomt in de tijd dat zij moeten wachten tot de oplevering van een nieuwbouwhuis.
Toch is een nieuwbouwwoning voor velen (61 procent) een aantrekkelijke keuze. "Vooral omdat deze beter geïsoleerd is, geen achterstallig onderhoud heeft en in algemene zin duurzamer is. Duurzaamheid en energiebesparing zijn ‘hot topics’ in de huizenmarkt", aldus ING.
De marktkenners van de bank stellen ook vast dat het vertrouwen in de woningmarkt is toegenomen. De woonindex die ING opstelt op basis van eigen onderzoek is voor het eerst in anderhalf jaar gestegen, van 81 naar 85. "Vooral onder starters neemt het vertrouwen in de woningmarkt toe." Voor het onderzoek heeft ING in het eerste kwartaal van dit jaar ruim 1.000 mensen ondervraagd.