- In 2020 steeg de gemiddelde huizenprijs met maar liefst 10 procent, wat Nederland een Europese podiumplaats opleverde.
- Sinds 2013 is er sprake van een vrijwel lineaire toename. Begin 2021 staat de gemiddelde verkoopprijs op ruim 357.000 euro.
- Ontdek hoe gunstig jouw instapmoment was in vergelijking met andere jaren sinds 1995.
Nog nooit sinds het jaar 2000 steeg de gemiddelde huizenprijs met dubbele cijfers. Althans, tot het jaar 2020.
Met een toename van maar liefst 10 procent eindigde Nederland vorig jaar in de Europese top 3 van landen met de sterkste stijgingen van de huizenprijs.
En dat betekent een mooie financiële meevaller voor huiseigenaren.
Wie zich de sombere voorspellingen over de huizenmarkt aan het einde van 2019 nog kan heugen, zal zien dat hier weinig van terecht is gekomen. Integendeel, sinds het herstel van de kredietcrisis in 2013 is er sprake van een vrijwel rechte lijn omhoog.
Dat is des te opmerkelijker, omdat de huizenprijs dus ook in coronajaar 2020 hard is blijven doorstijgen. Dit is mede te danken aan de verdere daling van hypotheekrentes en dat de werkloosheid laag is gebleven door de massale overheidssteun in de crisis.
De vraag is uiteraard of de ongebroken stijging van de huizenprijs ook in 2021 weer doorzet. En daar blijven de meningen verdeeld over.
Jaar van aankoop is van invloed op je vermogenswinst
Voor individuele huiseigenaren hangt de mate van profijt van de hogere huizenprijzen doorgaans sterk samen met het jaar van de aankoop. Hoe langer geleden je kocht, des te sterker is de vermogenswinst doorgaans. Al klopt dit niet volledig, vanwege de invloed van de crisis op de huizenmarkt in de jaren van 2009 tot en met 2013.
In de onderstaande grafiek hebben we de gemiddelde huizenprijs van januari 2021 als uitgangspunt genomen. Die lag toen op ruim 357.000 euro, volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vervolgens hebben we in kaart gebracht hoe die zich verhoudt tot de gemiddelde huizenprijs in elk jaar sinds 1995.
Kocht je in 1995 een woning voor omgerekend bijna 94.000 euro, dan is die inmiddels dus bijna vier keer zoveel waard geworden.
Opmerkelijk is dat vooral huizenkopers die in de jaren vlak voor het uitbarsten van de kredietcrisis in 2007 en begin 2008 instapten, relatief 'slecht' af zijn. Weliswaar sta je op een plus van ruim 40 procent als je in 2008 een huis hebt gekocht, maar je hebt een mindere vermogenswinst dan iemand die in 2016 toesloeg.
Belangrijk om hierbij te onthouden is dat het gaat om de gemiddelde huizenprijs. Tussen regio's en steden kan er sprake zijn van enorme verschillen. Zo steeg de woningprijs in Utrecht vorig jaar met gemiddeld 13 procent, terwijl Amsterdam nog niet eens 7 procent haalde.
Maar los van de regionale verschillen en het precieze instapmoment is er op basis van historische data bij de aankoop van een woning doorgaans sprake van een aardige vermogensstijging op de wat langere termijn.
[activecampaign form=24]
Lees meer over huizen en hypotheken:
- Aftrekposten bij de belastingaangifte 2020: hypotheekrente en andere zaken rond de eigen woning
- Steeds meer huizenkopers bieden boven de vraagprijs – vooral bij woningen tussen de €200.000 en €300.000 is de concurrentie moordend
- Fors meer vermogen via erfenissen doorgesluisd door stijging huizenprijzen