Huizenprijzen lijken vooralsnog immuun voor de coronacrisis. Toch komt daar verandering in.
Onder meer afnemend vertrouwen en een minder goede betaalbaarheid van woningen zullen zorgen voor een afkoeling van de huizenmarkt, aldus economen van ING.
Dit hoeft niet te betekenen dat de gemiddelde huizenprijs gaat dalen, maar de kans op uitbundige prijsstijgingen is in 2021 kleiner.
Huizenprijzen lijken vooralsnog immuun voor de coronacrisis, mede dankzij de lage hypotheekrente, de blijvend lage werkloosheid en de vele steunmaatregelen van de overheid in de coronacrisis. Maar daar komt volgend jaar wel degelijk verandering in, verwachten economen van ING.
Eerder deze maand kwam makelaarsclub NVM nog met klinkende cijfers: de gemiddelde verkoopprijs van koopwoningen kwam in het derde kwartaal van 2020 uit op 354 duizend euro, een stijging ten opzichte van vorig jaar van maar liefst 11,6 procent.
De NVM-makelaars verkochten 41.583 bestaande koopwoningen, het hoogste aantal in bijna drie jaar en qua verkopen het beste derde kwartaal ooit binnen NVM.
Voor heel 2020 stijgen huizenprijzen naar verwachting met 8 procent, denkt de NVM.
Afkoeling van de huizenmarkt
Eerder dit jaar voorspelden economen dat huizenprijzen vanaf eind dit jaar zouden gaan dalen, maar daar zijn de marktkenners inmiddels niet meer zo zeker van.
In een nieuwe analyse van de huizenmarkt stellen economen van ING donderdag wel dat er een aantal dwingende factoren zijn die een einde kunnen maken aan de ongebreidelde prijsstijgingen.
Een afkoeling van de huizenmarkt komt eraan om een viertal redenen:
- Minder vertrouwen zal ervoor zorgen dat huishoudens hun verhuiswens vaker uitstellen.
- Investeerders worden door de crisis terughoudender, uit angst voor lagere huuropbrengsten en prijsdalingen.
- De crisis verlicht de woningmarktkrapte op korte termijn: de instroom van buitenlandse migranten is sinds maart flink teruggevallen en remt zo de bevolkingsgroei en woningvraag, vooral in de grote steden.
- De betaalbaarheid van koopwoningen zal verslechteren, door een combinatie van inkomensverliezen van huishoudens en een mogelijke stijging van de rentes.
Volgens de economen van ING vertaalt dit zich in "een effect op de woningprijzen." Dit hoeft dus niet per se tot een daling te leiden, maar wel tot een veel meer gematigde prijsontwikkeling.