Nederlanders zijn rijk en arm tegelijk. Zet daarom twee jaar lang pensioenpremies in voor extra aflossing van de hypotheek. Zo helpen we huiseigenaren, de banken en de hele economie.
Tientallen jaren subsidieerde de overheid zowel sparen voor het pensioen, als lenen voor het huis. Het gevolg van deze staatsinmenging is dramatisch. Nederlanders hebben de best gevulde pensioenpotten van de wereld, maar ook een enorme private schuld.
We zijn rijk en arm tegelijk. Wie door een roze bril naar Nederland kijkt ziet 1.000 miljard euro aan pensioenkapitaal, waarmee we de vergrijzing kunnen betalen.
Pessimisten zien een hypotheekschuld van ruim 600 miljard euro, die door de dalende huizenprijzen steeds zwaarder op de huishoudens en banken drukt.
Van wie is de pensioenpot?
Salderen van schuld en vermogen lijkt een logische oplossing. Maar het pensioenvermogen is niet liquide en valt pas na de pensioengerechtigde leeftijd vrij. Bovendien stromen de pensioenpremies niet geoormerkt de fondsen in, dus niemand weet welk deel van de pensioenpot van wie is.
Via de omweg van de banken probeert men toch pensioengeld naar de huizenmarkt te brengen. Zo studeert de commissie Van Dijkhuizen op manieren om pensioenfondsen in hypotheekobligaties van banken te laten beleggen.
Maar die hebben daar waarschijnlijk alleen trek in als de overheid garant staat voor eventuele verliezen. En individuele huiseigenaren met een schuld die groter is dan de waarde van de woning, hebben er niets aan.
Terwijl Van Dijkhuizen verder studeert, worden de problemen op de huizenmarkt al groter. Volgens de laatste BKR Hypotheekmeter is het aantal betalingsachterstanden op de hypotheek het afgelopen jaar met een kwart toegenomen tot bijna 82.000. Ruim anderhalf procent van de huiseigenaren heeft op dit moment een achterstand.
Banken hebben inmiddels 0,1 procent van hun hypotheekportefeuille afgeschreven. Dat is nog niet ongehoord veel, maar wel het dubbele van twee jaar geleden.
Hypotheken onder water
Over hoeveel hypotheken inmiddels ‘onder water’ staan, lopen de meningen uiteen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek rekende in maart van dit jaar voor dat ruim een miljoen huizen in Nederland minder waard zijn dan de hypotheekschuld. Dat is ongeveer een kwart van alle huizen. Gemiddeld zou het gaan om 13.000 euro aan ‘onderwaarde’.
Maar het CBS baseert zich op cijfers uit januari 2011. Sindsdien is de huizenprijs met ruim 12 procent gedaald, dus het probleem zal intussen veel groter zijn geworden.
De Nederlandsche Bank schrijft in een recent onderzoek dat 30 procent van de woningen onder water staat. Maar DNB geeft daar verder geen cijfers en bedragen bij.
Een rapport van de Amsterdam School of Real Estate van begin dit jaar, heeft het over 800 duizend woningen die nu onder water zouden staan. Dat is minder dan schattingen van CBS en DNB. Maar de onderzoekers denken dat het per woning om een onderwaarde van bijna 39 duizend euro gaat, drie maal zo hoog als het CBS-bedrag.
Achilleshiel van de economie
De huizenmarkt is momenteel de achilleshiel van de Nederlandse economie. Door de onderwaarde kunnen veel huishoudens niet verhuizen en niet verkopen voor een lagere prijs. Er zit een enorme prop in de huizenmarkt die de doorstroming hindert. Banken moeten verliezen nemen en zijn huiverig voor het verstrekken van nieuwe woningleningen.
Bovenal remt te hoge hypotheekschuld de consumptie. Huiseigenaren zijn bezig de verloren huiswaarde snel bij te sparen en af te lossen. Op microniveau is dat misschien verstandig, maar voor de economie als geheel pakt het simultaan sparen en aflossen buitengewoon slecht uit.
Is er niets aan te doen? Jawel. Want dezelfde Nederlanders die nu uit alle macht bezuinigen om de dalende woningwaarde bij te houden, betalen in veel gevallen iedere maand automatisch pensioenpremie. Ze zijn arm en rijk tegelijk.
Premievakantie
De oplossing is simpel: geef huiseigenaren die onder water staan bijvoorbeeld twee jaar lang de mogelijkheid om hun pensioenpremie (inclusief de werkgeverspremie) te gebruiken om hun hypotheekschuld af te lossen.
Uiteraard op basis van vrijwilligheid. En uiteraard met gelijkwaardige afname van pensioenrechten. Pensioenfondsen zijn prima in staat dit administratief te verwerken.
Het pensioen wordt later dus lager, in ruil voor minder negatief vermogen in het eigen huis, nu. Per saldo maakt dat voor de vermogenspositie over het hele leven niet veel uit, dus roekeloos is dit niet te noemen. Geef iedereen die meedoet desnoods het recht om op een later moment weer extra pensioenpremie te betalen, om toch de oude rechten terug te krijgen.
Deze premievakantie voor huiseigenaren met onderwaarde kan de Nederlandse problemen serieus verminderen. In totaal betaalt Nederland jaarlijks 30 miljard euro aan pensioenpremie.
Als we daarvan bijvoorbeeld een vijfde kunnen inzetten voor extra aflossing, geeft dat in twee jaar maar liefst 12 miljard euro lucht aan huizenmarkt en economie. Mooi meegenomen.
Onder de huidige omstandigheden is het dwaas om huiseigenaren met betalingsproblemen te verplichten om een aanzienlijk deel van hun inkomen illiquide te sparen bij het pensioenfonds.
Verplicht pensioensparen verkleint de kans op een armoedige oude dag. Maar voor sommige Nederlanders is de armoede nu veel nijpender.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl