De afgelopen weken zijn huizenprijzen en aandelenkoersen redelijk stabiel gebleven, wat gunstig is voor het vermogen aan huiseigenaren en beleggers.
Energieprijzen blijven dalen, zodat stroom, gas, benzine en diesel goedkoper worden.
Een financiële buffer in de vorm van spaargeld is geen overbodige luxe, omdat de economische onzekerheid groot blijft.
Business Insider volgt, in samenwerking met nieuwsapp Upday, elke maand 7 dingen die je portemonnee raken.
Nederland is zwaar geraakt door de lockdownmaatregelen die de economie sinds de tweede helft van maart deels hebben platgelegd. Vanaf juni gaat de overgang naar de 1,5-metermaatschappij echt van start, onder meer met de heropening van de horeca. Maar de gevolgen van de coronacrisis voor je portemonnee zijn voorlopig nog niet voorbij.
Voor sommige werknemers kan de inkomensonzekerheid vanaf juni groter worden, omdat bedrijven die gebruikmaken van overheidssteun geen boete meer hoeven te betalen als ze werknemers om bedrijfseconomische redenen ontslaan.
Als er in de zomermaanden een ontslaggolf komt, kan dat gevolgen hebben voor de huizenmarkt, die tot nog toe juist aardig overheid is gebleven.
Ook op de aandelenmarkt houdt het herstel van beurskoersen voorlopig stand, maar de onzekerheid over de snelheid waarmee de economie kan herstellen blijft groot. Voor beleggers zijn er daarom flinke risico’s.
Aan de andere kant blijven energieprijzen van stroom, gas, benzine en diesel dalen, wat direct kan schelen in de huishoudlasten.
Business Insider houdt, in samenwerking met nieuwsapp Upday, elke maand zeven prijzen bij die van belang zijn voor de waarde van je bezittingen en die je maandelijkse uitgaven beïnvloeden. Hoe staat het met de waarde van je huis, de hypotheekrente, energierekening, benzine- en dieselprijzen, aandelen en je spaargeld?
Bekijk hieronder de Blik op je Geld van mei 2020.
Download hier de app voor Upday Nieuws
De huizenprijs blijft stabiel op het piekniveau
Aan de huizenprijs is voorlopig niet te zien dat de Nederlandse economie in het tweede kwartaal van dit jaar een flinke klap heeft gekregen.
In april lag de gemiddelde huizenprijs op 326.232 euro, vrijwel gelijk aan het niveau in maart. En vergeleken met een jaar geleden is de huizenprijs in april bijna 8 procent geklommen.
Makelaarsclub NVM is dan ook optimistisch over de impact van de coronacrisis op de huizenmarkt. En ook economen van Rabobank zien per saldo nog een stijging van huizenprijzen met gemiddeld 4 procent dit jaar.
Toch blijft het spannend op de huizenmarkt. Op de korte termijn is van belang hoe hard de werkloosheid in Nederland gaat oplopen. Bedrijven die momenteel gebruik maken van de overheidsregeling voor loonkostencompensatie, mogen geen werknemers ontslaan om bedrijfseconomische redenen. Maar vanaf juni verandert dat als het noodpakket 2.0 ingaat voor bedrijven.
Het kan dus zijn dat meer bedrijven reorganisaties doorvoeren, waardoor de inkomensonzekerheid groter wordt. Aan de andere kant kan een deel van bijvoorbeeld de horecawerknemers weer aan de slag door de versoepeling van de lockdown.
Hamvraag voor de huizenmarkt is of de inkomensonzekerheid toeneemt, waardoor potentiële kopers afhaken, of dat het allemaal mee gaat vallen.
Lees meer: 5 factoren die de huizenprijs onder druk zetten en 3 zaken steun bieden
Hypotheekrente: de stijging voor NHG-hypotheken vlakt af
Hypotheekrentes laten een tweedeling zien in mei: geldverstrekkers kijken bij het vaststellen van de hypotheekrente scherper naar het risico op betalingsproblemen.
Bovenstaande grafiek laat hypotheekrentes met NHG-verzekering zien. Hierbij hebben geldverstrekkers meer zekerheid dat ze een hypotheeklening terug krijgen als klanten in betalingsproblemen komen. Te zien is dat hypotheekrente mét NHG na een aanvankelijke stijging in maart en april, sinds mei niet of nauwelijks meer verder stijgt.
Bij hypotheekrentes voor leningen zonder NHG-verzekering zet de stijging nog wel iets door, al gaat het niet om een zeer sterk toename. Zo ligt de gemiddelde hypotheekrente voor 10 en 20 jaar vast zonder NHG respectievelijk op 1,8 procent en 2,17 procent. Historisch is dat nog altijd zeer laag.
Sparen: financiële buffer voor tegenvallers
Spaarrentes blijven extreem laag, maar er is een kleine meevaller: de inflatie in Nederland vlakt af door de daling van energieprijzen.
In april bedroeg de gemiddelde stijging van prijzen van goederen en diensten 1,2 procent. Dit betekent nog steeds dat de rente op spaargeld te laag is om te voorkomen dat de koopkracht van spaargeld afneemt. Maar de geldontwaarding gaat minder hard.
In de coronacrisis kijken veel Nederlanders ook verder dan alleen de spaarrente: het aanhouden van een financiële buffer is extra belangrijk in tijden van economische onzekerheid.
Hoe hoog zo'n financiële buffer moet zijn, hangt sterk af van je uitgavenpatroon. Verder is het zo dat je doorgaans meer verdient en dus ook meer uitgeeft naarmate je ouder wordt. Leeftijd speelt dus ook een rol bij de hoogte van een noodzakelijke financiële buffer.
Beurs: neerwaarts risico blijft groot
Beleggers in aandelen gaan nog altijd uit van het meest rooskleurige scenario wat betreft het verloop van de coronacrisis. Beurzen houden het herstel vast dat sinds medio maart is opgetreden. Al bewegen de koersen de afgelopen weken mondjesmaat.
Vanaf het piekniveau van ongeveer 630 punten begin dit jaar daalde de Amsterdamse AEX-index aanvankelijk tot ongeveer 400 punten. Daarna volgde, net als elders in de wereld, een flink herstel. De AEX blijft sindsdien al weken iets boven het niveau van 500 punten hangen.
Om dit herstel te rechtvaardigen, mag er weinig misgaan: een tweede coronagolf in de herfst moet uitblijven en in 2021 moet een vaccin tegen het coronavirus zo breed gedistribueerd kunnen worden dat landen terug kunnen naar een normaal functionerende economie.
Het huidige beursherstel impliceert ook dat het economische herstel in 2021 zo sterk is dat de klap van 2020 grotendeels wordt uitgewist.
Diverse analisten waarschuwen dan de risico's dat het allemaal wat minder soepel verloopt niet moeten worden onderschat.
Lees meer: Wat voor recessie krijgen we? De V, de U of de gevreesde W-recessie?
Benzine en diesel flink goedkoper
Olieprijzen zijn in mei iets opgekrabbeld, na de doldwaze maand april, waarin Amerikaanse olieprijzen even in de min doken.
De coronacrisis heeft gezorgd voor een enorme daling van de vraag naar energie en ondanks het recente herstel noteren olieprijzen nog altijd zo'n 45 procent lager vergeleken met begin dit jaar.
Met enige vertraging werkt dit alles door op de prijzen van benzine en diesel. De prijs van een liter ongelode benzine is in Nederland blijven hangen op gemiddeld 1,47 euro. Dat is zo'n 25 cent per liter minder dan begin dit jaar.
Dieselprijzen zijn nog wat verder gezakt de afgelopen weken, tot een niveau van gemiddeld 1,20 euro per liter, een daling van 24 cent vergeleken met de start van het jaar.
Het effect van lagere prijzen van ruwe olie werkt beperkt door op prijzen aan de pomp. In Nederland bestaat de benzineprijs voor ongeveer twee derde uit accijns en btw. Doordat het grootste deel van de consumentenprijs bestaat uit belastingen, wordt het effect van een stijging of daling van kale productprijs gedempt.
Vaste stroomprijs weer lager
De eerste versoepeling van lockdownmaatregelen in Nederland en andere landen heeft nog niet gezorgd voor een serieus herstel van de vraag naar energie. Het zakelijke en industriële energieverbruik is nog altijd fors lager dan normaal.
De trend van dalende energieprijzen zet daarom door op de markt voor stroom en gas, ondanks het feit dat huishoudens thuis mogelijk wat meer stroom en gas verbruiken.
Dit is een vooral te zien bij contracten waarbij je de prijs voor 1 jaar of langer vastzet. De prijzen van dergelijke contracten worden maandelijks aangepast.
De kale stroomprijs die voor 1 jaar vast staat, is in april gezakt tot gemiddeld 4,92 cent per kWh; dat is 5 procent lager dan in de voorgaande maand, blijkt uit gegevens van online consumentenadviseur Pricewise.
Bij de variabele stroomprijzen, die om het halfjaar worden aangepast in januari en juli, is de prijsdaling nog niet zichtbaar. Het gemiddelde variabele stroomtarief ligt op 6,6 cent per kWh en dat is bijna 2 cent hoger dan de gemiddelde prijs voor 1 jaar vast.
Het gaat hier om de gemiddelde prijzen zonder de energiebelasting, de Opslag Duurzame Energie (ODE) en de btw. Belastingen zorgen voor extra kosten van ruim 16 cent per kilowattuur, bovenop de kale stroomprijs.
Vaste gasprijs: laagste niveau ooit
Ook gasprijzen gaan hard omlaag. Voor een contract waarbij de prijs voor 1 jaar vaststaat, betaal je in mei gemiddeld 18,4 cent per kubieke meter, een daling van 4 procent vergeleken met een maand eerder.
"Dat betekent dat de gasprijs opnieuw het historisch lage niveau heeft doorbroken en nu op het laagste niveau ooit ligt", signaleert Pricewise.
De variabele gasprijs, die in juli weer wordt aangepast, bedraagt zo'n 26 cent per kubieke meter en ligt dus bijna 8 cent boven de gemiddelde prijs voor 1 jaar vast.
Het gaat hier om de gemiddelde prijzen zonder de energiebelasting, de Opslag Duurzame Energie (ODE) en de btw. Bij de kale gasprijs moet je nog ruim 50 cent optellen aan energiebelasting, de ODE-heffing en btw om op de prijs per kuub inclusief alle belastingen te komen.
Per saldo blijft het relatief aantrekkelijk om de gas- of stroomprijs voor langere tijd vast te zetten.