- Huishoudens die volgend jaar de verwachte loonsverhoging van 4,3 procent krijgen, kunnen meer lenen voor de aankoop van een woning, zo meldt het Nibud.
- Volgens het budgetinstituut kan een huishouden met een jaarinkomen van 70.000 euro volgend jaar door deze loonstijging ongeveer 7.000 euro meer lenen.
- Zonder loonstijging zou dit huishouden echter 6.000 euro minder kunnen lenen dan dit jaar.
- Lees ook: Forse concurrentie tussen aanbieders zorgt ervoor dat hypotheekrentes laag blijven
Huishoudens die volgend jaar de verwachte loonsverhoging van 4,3 procent krijgen, kunnen een hoger bedrag lenen voor de aankoop van een woning dan dit jaar mogelijk was, staat in een nieuw rapport van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).
Het Centraal Planbureau verwacht een gemiddelde loonstijging van 4,3 procent in 2025, waardoor de leencapaciteit toeneemt.
Volgens het Nibud kan een huishouden met een jaarinkomen van 70.000 euro volgend jaar door deze loonstijging ongeveer 7.000 euro meer lenen, uitgaande van een hypotheekrente van 4,25 procent. Zonder loonstijging zou dit huishouden echter 6.000 euro minder kunnen lenen dan dit jaar.
Gelet op alle rentestanden, zouden inkomens vanaf 60.000 euro volgend jaar minder kunnen lenen bij het uitblijven van de gemiddelde loonstijging. Met die extra 4,3 procent loon stijgt voor alle inkomens de hoogte van de maximale hypotheek in 2025.
Zoals te zien valt in onderstaande grafiek, kunnen vooral lage inkomens volgend jaar meer lenen. Dit komt door een aanpassing in de financiële stresstest voor koppels met kinderen.
Sinds vorig jaar bepaalt het energielabel van een huis de hoogte van de maximale hypotheek, en dat blijft ook volgend jaar zo. Mensen die een energiezuinig huis kopen, kunnen tot maximaal 50.000 euro extra lenen.
'Leen niet het maximale bedrag', adviseert Nibud
Het Nibud raadt mensen aan niet automatisch het maximale bedrag te lenen voor de aankoop van een huis. "Dit zijn de maximale normen en die zijn net betaalbaar. Er blijft genoeg over voor andere noodzakelijke uitgaven, maar een huishouden moet dan wel keuzes maken voor minder noodzakelijke kosten, zoals een vakantie."
De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Mona Keijzer, heeft het rapport dinsdag aan de Tweede Kamer aangeboden.