- In totaal acht politieke partijen hebben hun verkiezingsprogramma’s laten doorrekenen door het Centraal Planbureau.
- Alle partijen sturen op een verkleining van het begrotingstekort van de overheid in de komende jaren.
- Wel zijn er forse verschillen bij de keuzes tussen de belastingen op arbeid en inkomen, en de belasting op vermogen.
- Lees ook: AOW en pensioen: dit willen 10 politieke partijen met het inkomen voor de oude dag
De meeste partijen die hun verkiezingsprogramma laten doorrekenen, willen de overheidsfinanciën niet verder laten verslechteren, meldt het Centraal Planbureau (CPB) in de doorrekening van acht verkiezingsprogramma’s. Wel zijn er duidelijke verschillen tussen links en rechts in de belastingdruk op arbeid en inkomen aan de ene kant en anderzijds de belastingen op vermogen.
Het CPB rekende de programma’s van VVD, D66, GroenLinks-PvdA, CDA, ChristenUnie, Volt, Ja21 en de SGP door. Diverse andere partijen lieten hun verkiezingsprogramma niet door het Planbureau doorrekenen, waaronder NSC van Pieter Omtzigt en BBB van Caroline van der Plas.
Overheidsschuld en begrotingstekort
In de onderstaande tabel geven de blauwe balken het zogenoemde ‘basispad’ weer van de ontwikkeling van de staatsschuld en het begrotingstekort bij ongewijzigd beleid. De rode balken geven weer wat de impact is van de plannen van politieke partijen ten opzichte van het basispad.
Wat betreft het begrotingstkort is opmerkelijk is dat alleen de rechtse partijen SGP en JA21 het begrotingstekort tot en met 2028 laten oplopen ten opzichte van de trend. De overige zes partijen sturen op een lager begrotingstekort vergeleken met het basispad.
De progressieve EU-partij Volt komt op het laagste tekort uit: 2,2 procent van het bruto binnenlands product. De partij schaft een hele reeks belastingregelingen af. Daardoor komen tientallen miljarden aan extra lasten bij gezinnen terecht.
Wat betreft de staatsschuld, die wordt gemeten als percentage van het nationaal inkomen, is ook opvallend dat die bij de VVD, Ja21 en SGP op een hoger niveau uitkomt dan bij D66, GroenLinks-PvdA, CDA, ChristenUnie en Volt.
Dat de partijen goed op het huishoudboekje van de overheid letten, staat in schril contrast met de plannen die de afgelopen jaren werden gepresenteerd, merkt het CPB op. In de tijd van record lage en zelfs negatieve rentes wilden veel partijen maar wat graag veel uitgeven en was bezuinigen niet aan de orde.
Als het beleid niet wordt bijgestuurd, komt het overheidstekort in 2028 op 3,6 procent van het nationaal inkomen. Daarmee overschrijdt het de Europese grens van 3 procent. De meeste partijen willen het tekort tot rond die grens beperken.
Belasting op arbeid en inkomen versus belasting op vermogen
Duidelijke accentverschillen zijn er te zien bij de keuzes voor de belastingen op arbeid en inkomen versus de belasting op vermogen. Dat wordt verduidelijkt in de onderstaande tabel.
Bij meer links georiënteerde partijen zoals GroenLinks-PvdA, Volt, D66 en de ChristenUnie dalen de belastingen op arbeid en inkomen, terwijl die bij de VVD, CDA, Ja21 en SGP per saldo stijgen.
Bij de belasting op vermogen zoals spaargeld, beleggingen en vastgoed is het beeld anders. Daar vaart de VVD een neutrale koers en sturen Ja21 en de SGP op een verlaging van de vermogensbelastingen. Bij GroenLinks-PvdA, D66, Volt, ChristenUnie en CDA stijgen de lasten op vermogen juist fors.
Economische groei en werkloosheid
Wat betreft de verwachte invloed van de plannen van politieke partijen op de economische groei en de werkloosheid ziet het beeld er als volgt uit.
Het verkiezingsprogramma van de VVD leidt tot een kleinere afname van de werkloosheid ten opzichte van de basisprognose dan de plannen van de andere zes partijen die hun programma lieten doorrekenen. Uit de doorrekening door het Centraal Planbureau van de VVD-voorstellen blijkt dat de werkloosheid met 0,2 procent afneemt.
De plannen van de VVD zorgen voor ietsjes meer economische groei: 0,2 procent. Daarmee scoort de partij relatief goed ten opzichte van andere partijen, hoewel de linkse rivaal GroenLinks-PvdA voor 0,4 procent extra economische groei zorgt. Tegelijk realiseert GroenLinks-PvdA een relatief sterke daling van de werkloosheid richting de 3 procent in de doorrekening van het Planbureau.
BBB komt met eigen doorrekening verkiezingsprogramma
BBB-leider Caroline van der Plas laat het verkiezingsprogramma van haar partij zelf doorrekenen. Binnenkort komt ze met de uitkomsten daarvan, mogelijk deze week al, zei ze woensdagochtend tegen RTL Nieuws. Met de doorrekening wil ze nog voor de verkiezingen aan de kiezers laten zien wat de plannen van BBB niet alleen kosten, maar ook opleveren.
Verschillende andere partijen, onder meer de NSC van Pieter Omtzigt, de SP, PVV, Partij voor de Dieren en DENK hebben om verschillende redenen ook hun plannen niet laten doorrekenen.
Van der Plas vindt dat de rekenmethode van het CPB niet goed aansluit bij investeringen op de langere termijn die volgens haar echt nodig zijn, zoals in het onderwijs en de gezondheidszorg, vooral de ouderenzorg. "Zij rekenen door tot vier jaar maar niet tot twintig jaar terwijl beleid op de langere termijn wel nodig is", zegt ze.