Hoger opgeleiden zijn harder gaan werken in termen van arbeidsuren dan mensen met minder opleiding, zeggen Britse wetenschappers. 

De ongeschoolde arbeider breekt zijn rug en zweet zich het vocht uit het lijf, de ‘gestudeerde’ mensen zien toe en gaan lekker om vijf uur naar huis.Dat traditionele beeld over de arbeidsverhoudingen gaat niet meer op, zeggen wetenschappers van de universiteit van Oxford. Hun stelling: mensen met het hoogste opleidingsniveau zijn de afgelopen vijftig jaar steeds harder gaan werken, en maken tegenwoordig langere dagen dan werknemers met een laag inkomen.

Arbeidsuren opgevoerd

Het Centrum voor Onderzoek naar Tijdsbesteding van de Universiteit Oxford analyseerde gegevens over hoe mensen in ontwikkelde landen hun tijd gebruiken (die worden sinds 1961 bijgehouden.) In de jaren zeventig was het aantal gewerkte uren het laagst. Sindsdien hebben de hoogst opgeleide mannelijke werknemers hun arbeidsdag opgevoerd met 20 minuten betaald werk en 30 minuten onbetaald werk. Werknemers met lagere opleidingsniveaus gingen ook wel meer werken, maar haalden het niet bij de hoogst opgeleiden.

In de jaren zestig werkten hoogopgeleiden nog veel minder, een echo uit de negentiende eeuw, toen welgestelden het zich het konden veroorloven weinig uit te voeren. Maar aan het begin van de 21e eeuw maken ze juist de meeste uren.

Vooral de hoogopgeleide vrouwen voerden hun arbeidsuren flink op, vergeleken met vrouwen met een vergelijkbaar opleidingsniveau vijftig jaar geleden. Het onderzoek noemt hoger opgeleiden zelfs “een nieuwe arbeidersklasse”.

Is werk gewoon leuker geworden?

Hoogleraar Jonathan Gershuny zoekt een verklaring in het feit dat mensen hun werk gewoon leuker zijn gaan vinden, en dat vrije tijd daardoor minder belangrijk is geworden. “Doordat minder mensen lichamelijk werk doen, kan het zijn dat een groter percentage van de werknemers hun werk emotioneel en intellectueel bevredigend vindt”, zegt Gershuny.

In de meeste onderzochte landen ontloopt het aantal gewerkte uren tussen mannen en vrouwen elkaar niet zoveel. Maar het lijkt erop dat vrouwen nog steeds de meeste huishoudelijke taken voor hun rekening nemen. Hoog opgeleide Scandinaviërs helpen het meest mee in het huishouden.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl