- Blijven we ook in 2022 last hebben van hoge inflatie of koelt de stijging van prijzen van goederen en diensten af?
- Er zijn voor beide scenario’s goede argumenten te bedenken, wat het lastig maakt om harde voorspellingen te doen over de inflatie.
- Beursexpert Hendrik Oude Nijhuis zet de belangrijkste argumenten op een rij.
- Lees ook: Waarom je als belegger ‘zwarte zwanen’ in je aandelenportefeuille zoveel mogelijk wilt vermijden: minder risico, meer rendement
ANALYSE – Het kan verkeren. Nog niet eens zo lang geleden maakte menigeen zich zorgen over deflatie, ofwel dalende prijzen van goederen en diensten. Maar afgelopen maand kwam de gemiddelde prijsstijging (inflatie) in Nederland uit op 5,2 procent. Het hoogste niveau in bijna 40 jaar. In veel andere westerse landen is het beeld vergelijkbaar.
Grote vraag is nu of die hoge inflatie blijvend is of slechts een tijdelijk fenomeen. In het eerste geval kan de hoge inflatie een aantal jaar aanhouden, in het tweede geval zou de inflatie in 2022 al weer op een flink lager niveau moeten belanden. Voor beide scenario’s zijn er goede argumenten.
Hoge inflatie: een blijvertje
Vóór blijvend hoge inflatie pleit de ongebreidelde geldcreatie. Dat heeft zich al gemanifesteerd in sterk gestegen obligatie-, aandelen- en huizenmarkten. maar vooralsnog maar beperkt in de echte economie.
In minder dan twee jaar tijd is de geldhoeveelheid in de Verenigde Staten met meer dan 30 porcent vergroot en dat is niet eerder vertoond (ook niet ten tijde van de kredietcrisis).
Ander argument: weliswaar menen veel deskundigen dat de hoge inflatie tijdelijk is, maar uit recente onderzoeken komt naar voren dat consumenten hoge inflatie als iets blijvends zien. En daarin zit de crux: wie blijvend hoge inflatie verwacht haalt bestedingen naar voren wat de inflatie verder stuwt.
Ook voor blijvend hoge inflatie pleit de krapte op de arbeidsmarkt. Weinig bemoedigend is dat de beroepsbevolking in veel landen de komende decennia krimpt.
Werkgevers konden eerder dikwijls kiezen uit tientallen sollicitanten maar in heel wat sectoren is steeds vaker het omgekeerde het geval. Basisscholen, vooral in de grote steden, hebben de grootste moeite leerkrachten te vinden.
Hoge inflatie: tijdelijk fenomeen
Tegen blijvend hoge inflatie pleit bijvoorbeeld de ontwikkeling van de lonen zelf (geld dat uitgegeven wordt moet ergens vandaan komen). Dit jaar blijven de lonen fors achter bij de inflatie en dalen de lonen gecorrigeerd voor inflatie dus. Die daling van de reële lonen is overigens nog groter wanneer ook gecorrigeerd wordt voor de gestegen productiviteit.
En waar er een demografische case te maken is voor aanhoudend hoge inflatie kan het omgekeerde ook. Qua bevolkingsopbouw loopt Japan heel wat jaren voor op de meeste westerse landen en dat land kampt juist al lange tijd met een gebrek aan inflatie. Een oudere bevolking spaart meer en geeft minder uit, wat de inflatie drukt.
Nog een argument voor dalende inflatie: de knelpunten in wereldwijde bevoorradingsketens (zoals bij computerchips) met forse prijsstijgingen tot gevolg zijn redelijkerwijs als iets tijdelijks te zien. En ontwikkelingen die eerder juist een drukkend effect op de inflatie hadden - denk aan globalisering, automatisering en robotisering - zijn er uiteraard nu ook gewoon nog steeds.
Inflatie: lastig te voorspellen
Hoewel ik ernaar neig de hoge inflatie als tijdelijk te zien, gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ik het niet zeker weet. Om de inflatie binnen de perken te houden zullen centrale banken geneigd zijn het opkopen van obligaties af te bouwen en de rente te verhogen.
Het meermaals (zes keer) verhogen van de rente, zoals de Amerikaanse centrale bank afgelopen week heeft aangegeven in 2022 en 2023 van plan te zijn, ligt in Europa echter wat lastiger. Dit vanwege de torenhoge staatsschulden in sommige Zuid-Europese landen.
Hendrik Oude Nijhuis is medeoprichter van beleggingsfonds ValueMachinesFund en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar.