Voor Nederlandse gedupeerden van de kredietcrisis begon het verhaal niet zelden met IJsland. Tegenwoordig is het eiland de enige plek waar veroordeelde bankiers in de cel zitten. Maar er is nieuwe vrees.
De IJslandse fraudebank Icesave domineerde maandenlang het nieuws in Nederland. Een fors aantal landgenoten had spaargeld gestald in IJsland, dat zich in de jaren daarvoor had ontwikkeld tot een financieel centrum.
De geschiedenis is bekend: de schuldenberg groeide de IJslandse banken boven het hoofd en ze vielen om. Leningen in euro’s en ponden werden onbetaalbaar voor consumenten en persoonlijke faillissementen waren geen uitzondering in het IJsland van 2008 en 2009.
Maar anno 2016 is het beeld anders. De IJslanders zijn de enigen die misdadige bankiers, de aanstichters van de kredietcrisis, opsluiten.
85 miljard dollar schuld
Een hek of wachttoren heeft de Kvíabryggja-gevangenis niet nodig, want ze ligt geïsoleerd aan de kust op 60 kilometer van de hoofdstad Reykjavík. In de gevangenis zitten vier bankiers hun straf uit wegens ‘marktmanipulatie’. De twee zwaargewichten in Kvíabryggja, schrijft Bloomberg, zijn kopstukken van de bank Kaupðing: voormalig bestuursvoorzitter Sigurður Einarsson en ex-CEO Hreiðar Már Sigurðsson. Ook baas van de Luxemburgse afdeling van Kaupðing Magnús Guðmundsson en grootaandeelhouder Olafur Olafsson zitten er vast.
Kaupðing was ooit de grootste leningverstrekker van IJsland, gevolgd door Landsbanki en Glitnir. Ze verslikten zich spectaculair in een schuld van maar liefst 85 miljard dollar. Het trio slaagde er niet in die te blijven financieren toen de wereldeconomie in recessie verviel.
Hoewel geen enkel ander land de aanstichters van de kredietcrisis veroordeeld heeft, knaagt er toch iets in IJsland. Alsof de celstraffen niets helpen, is er een nieuwe fraudezaak opgedoken. De omvang is stukken kleiner dan die 85 miljard, maar IJslanders zijn er niet gerust op.
De minister en zijn neef
Het draait om een schimmige deal tussen de grootste bank van het land en een neef van minister van Financiën Bjarni Benediktsson. De staatsbank Landsbankinn, die dus onder toezicht staat van de minister, verkocht in 2014 namelijk een belang in het betaaldienstbedijf Borgun à 18 miljoen dollar.
Neef Einar Sveinsson leidt een van de bedrijven dat het belang kocht van de IJslandse staat. Een jaar na die deal, begint een nieuw hoofdstuk. Borgun is namelijk een van de 3.033 eigenaren van creditcardbedrijf Visa Europe, dat overgenomen gaat worden door het originele Visa. Daarmee is meer dan 21 miljard euro gemoeid.
Het neefje van de IJslandse minister van Financiën gaat daarom - berekent Bloomberg - 12 miljoen euro toucheren, te verdelen onder de mede-aandeelhouders van Borgun. Reden genoeg voor kwade IJslanders met een sterk geheugen om te protesteren.
De eerste koppen hebben al gerold - zij het met vertraging. De topmannen van Landsbankinn hebben gezegd dat ze zich niet verkiesbaar zullen stellen voor een volgende termijn.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl