Eerst de theorie: een werkloosheidsuitkering krijg je alleen als het niet je
eigen schuld is dat je op straat komt te staan. Je krijgt hem dus niet als
je zelf hebt opgezegd of als je op staande voet bent ontslagen omdat je
bijvoorbeeld een greep in de kas hebt gedaan (om maar wat te noemen).
Om een werkloosheidsuitkering te kunnen krijgen, moet je in de afgelopen 36
weken ( = nagenoeg 9 maanden), minimaal 26 weken (= een half jaar) gewerkt
hebben. Voldoe je hier niet aan, dan krijg je niks. Voldoe je wel aan deze
eis, dan krijg je minimaal drie maanden een uitkering. De eerste twee
maanden is deze uitkering 75 procent van je zogenoemde dagloon, de derde
maand (en eventuele volgende maanden) bedraagt de uitkering 70 procent van
je dagloon.
Berekening dagloon
Je dagloon is het zogenoemde sv-loon (hoe hoog dat is, staat op je
loonstrook) dat je gemiddeld per dag verdiende, in het jaar voordat je
werkloos werd. Voor de berekening gaat uitkeringsinstelling UWV uit van 261
werkbare dagen per jaar. Bonussen en vakantiegeld tellen hiervoor ook mee,
reiskostenvergoedingen, spaarloon en pensioenpremie niet. Aan dit dagloon is
een maximum gesteld van €183,15. (Dit komt overeen met een sv-loon van
€47.802,15 per jaar.) Verdiende je meer, dan krijg je toch niet meer dan 75
of 70 procent van dit maximum inkomen per dag.
Of je na deze drie maanden nog een uitkering krijgt, hangt ervan af of je in
minimaal vier van de afgelopen vijf jaar voor het jaar dat je werkloos werd,
hebt gewerkt. Een jaar telt als ‘gewerkt’ als je minimaal 52 dagen hebt
gewerkt. Is dit het geval dan krijg je in totaal zoveel maanden een
uitkering, als het totaal aantal jaren dat je hebt gewerkt. Dan tellen dus
ook de jaren eerder dan vijf jaar geleden mee.
Voor de jaren tot 1998 geldt een fictieve berekening. Dat betekent dat tot
1998 ieder jaar vanaf je achttiende als ‘gewerkt’ meetelt, ook als dit in
jou geval niet zo was. Het maakt voor je fictieve arbeidsverleden ook niet
uit of je na 1998 een tijd niet gewerkt hebt.
De praktijk
Over naar de praktijk. Wat zouden vijf voorbeeld-werknemers krijgen en hoe
lang zou hun uitkering duren?
1) Een man van 27 met een sv-loon van 2.000 euro per maand, vliegt eruit na 5
maanden bij een bank te hebben gewerkt. Het half jaar voordat hij bij de
bank ging werken, heeft hij niet gewerkt omdat hij op wereldreis was. Hij
heeft dus niet van de laatste 36 weken er 26 gewerkt. Hij krijgt geen
werkloosheidsuitkering.
2) Een vrouw van 29 die het afgelopen jaar een sv-loon had van 3.000 per
maand, wordt ontslagen nadat ze drie jaar bij een IT-bedrijf heeft gewerkt.
Daarvoor studeerde ze en werkte niet. Ze krijgt twee maanden een uitkering
van 2.250 bruto per maand en één maand een uitkering van 2.100 per maand.
3) Een man van 28 die het afgelopen jaar sv-loon had van 3.000 per maand,
wordt ontslagen nadat hij drie jaar bij een veilighuis heeft gewerkt.
Daarvoor studeerde hij, maar werkte daarnaast (sinds zijn achttiende) 1 dag
in de week in een supermarkt. Bij elkaar heeft hij de afgelopen tien jaar
dus gewerkt. Hij krijgt twee maanden een uitkering van 2.250 bruto per maand
en acht maanden een uitkering van 2.100 per maand.
4) Een man van 37 die het afgelopen jaar een gemiddeld sv-loon van 3.500 per
maand verdiende, wordt ontslagen nadat hij elf jaar als consultant heeft
gewerkt. Hij heeft elf jaar werkervaring, maar daarnaast acht jaar fictief
arbeidsverleden (op 1 januari 1998 was hij 26 jaar. Er zitten dus acht jaren
tussen zijn achttiende en 1998). In totaal heeft hij dus recht op 19 maanden
WW. De eerste twee maanden krijgt deze man €2.625 bruto per maand, de
resterende 17 maanden 2.450 bruto per maand.
5) Een man van 59 die het afgelopen jaar gemiddeld 7.000 per maand aan sv-loon
verdiende, wordt ontslagen nadat hij veertig jaar ergens heeft gewerkt.
Vanaf 1998 geteld heeft hij elf jaar gewerkt. Begin 1998 was hij 48. Dat wil
zeggen dat hij in 1968 achttien was en dus een fictief arbeidsverleden heeft
van dertig jaar. Zo komt hij op een arbeidsverleden van 41 jaar. Hij zou dus
41 maanden een uitkering krijgen, maar omdat het maximum is gesteld op 3
jaar en twee maanden krijgt hij dat.
Met een sv-loon van 84.000 per jaar zit hij boven het maximum dagloon. Hij
krijgt dus de eerste twee maanden een uitkering ter hoogte van 75 procent
van het maximum dagloon. Dat is 2.766 bruto per maand. De drie jaar daarna
ontvangt hij bruto 2.582 per maand.
De genoemde ww-uitkeringen per maand zijn de bedragen exclusief
vakantiegeld. Net als werknemers krijgen mensen met een
werkloosheidsuitkering in mei 8 procent vakantiegeld.
Of de bijstand
Kom je niet in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering of is deze
afgelopen en heb je nog geen nieuwe baan gevonden, dan kun je in aanmerking
komen voor een bijstandsuitkering. Een bijstandsuitkering krijg je echter
alleen als je geen eigen huis, niet te veel vermogen of een (te veel)
verdienende partner hebt. Een bijstandsuitkering bedraagt 70 procent van het
minimumloon voor een alleenstaande en 100 procent van het minimumloon voor
een gezin.
Met dank aan Eva Jongepier van Blenheim Advocaten
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl