- In het nieuwe pensioenstelsel is er geen toezegging meer over de hoogte van pensioenuitkeringen.
- Er komen wat betreft het pensioen van de werkgever straks 3 smaken van de uitkering van pensioenen.
- Afhankelijk van het soort pensioenregeling is er al dan niet een keuzemogelijkheid tussen een vaste en een variabele uitkering.
- Lees ook: Hypotheek en pensioen: 6 punten om op te letten lang voordat je AOW krijgt
Met de komst van het nieuwe pensioenstelsel doen pensioenfondsen van werkgevers straks geen toezegging meer over de hoogte van pensioenuitkeringen. Het streven om bijvoorbeeld een pensioen te bieden dat 70 procent van het gemiddelde loon bedraagt, verdwijnt. Maar wat komt daarvoor in de plaats?
In het nieuwe pensioenstelsel, dat uiterlijk in 2027 moet worden ingevoerd, gaan werknemers individueel geoormerkt vermogen opbouwen. De werkgever doet daarbij een toezegging over de jaarlijkse premiebijdrage. De hoogte van de individuele pensioenpot op het moment van pensionering bepaalt voor een groot deel hoe hoog de pensioenuitkering wordt, waarbij het beleggingsrisico bij de werknemer ligt.
Hierbij zijn nog wel verschillende smaken mogelijk. In essentie zijn er drie varianten. In de eerste twee gevallen vindt de pensioenuitkering plaats via een regeling van het pensioenfonds van een werkgever. De derde variant is dat de uitkering wordt uitbesteed aan een verzekeraar.
1. Solidaire pensioenregeling (pensioenfonds)
Pensioenfondsen hebben de keuze tussen een solidaire en een flexibele pensioenregeling. Bij de solidaire pensioenregeling is er één beleggingsbeleid, waarbij deelnemers niet zelf kunnen kiezen om bijvoorbeeld meer of minder in aandelen te beleggen in de opbouwfase.
In de solidaire variant wordt er ook een financiële buffer aangehouden, de zogenoemde solidariteitsreserve. Hierbij mag maximaal 15 procent van het vermogen opzij worden gezet om onvoorziene risico's, zoals bijvoorbeeld een grote dip op de beurs, op te vangen.
De pensioenuitkering is die bij deze regeling wel altijd variabel. Dit betekent dat de uitkering jaarlijks kan veranderen, waarbij de hoogte van de uitkering kan meeschommelen met de beleggingsresultaten.
Doordat er een solidariteitsreserve wordt aangehouden, kan er wel een mechanisme worden ingebouwd waarbij tijdelijk tegenvallers op de beurs niet meteen voor het volle pond doorwerken bij de pensioenuitkeringen. In de praktijk moeten de jaarlijkse pensioenuitkeringen hierdoor relatief beperkte afwijkingen laten zien. Als de beleggingsresultaten het toelaten, kan de variabele uitkering ook stijgen.
2. Flexibele pensioenregeling (pensioenfonds)
Bij de flexibele pensioenregeling krijgen deelnemers in de opbouwfase meer invloed op de manier waarop de ingelegde pensioenpremies worden belegd. Er is een keuze om bijvoorbeeld een meer offensief beleggingsprofiel te kiezen of juist een meer defensief beleggingsprofiel.
Er vindt geen risicodeling plaats met andere deelnemers van de pensioenregeling via bijvoorbeeld de manier waarop rendementen worden verdeeld over groepen deelnemers, of in de vorm van een solidariteitsreserve.
Bij de pensioenuitkering is er wel meer keuze: deelnemers kunnen de opgebouwde persoonlijke pensioenpot laten uitkeren als een levenslange, vaste uitkering, of via een variabele uitkering. In het laatste geval wordt een deel van het opgebouwde vermogen na pensionering nog belegd. Afhankelijk van de beleggingsresultaten kan de pensioenuitkering dan hoger of lager uitvallen.
3. Pensioenuitkering via verzekeraar
De derde optie is dat een bij de werkgever opgebouwd individueel pensioenvermogen bij pensionering wordt gebruikt om een uitkeringsproduct bij een verzekeraar aan te kopen.
In de praktijk lijkt dit sterk op de flexibele pensioenregeling. Bij verzekeraars kan namelijk ook gekozen worden tussen een vaste, levenslange uitkering, of een variabele uitkering op basis van 'doorbeleggen.'
In het geval van een vaste uitkering speelt de rentestand die geldt op het moment dat je een uitkeringsproduct aankoopt, een grote rol. Een hogere rente betekent een hogere pensioenuitkering. De rentes waren in het verleden lange tijd heel laag, waardoor ook de uitkeringen tegenvielen. De rente is momenteel aan het stijgen waardoor ook de uitkeringen hoger worden.
Business Insider maakte in maart een overzicht van de hoogte van de respectievelijk vaste en variabele uitkeringen bij een opgebouwd vermogen tussen de 100.000 euro en 600.000 euro.