- Beleggers die voor de langere termijn vermogen opbouwen, moeten altijd rekening houden met de afweging tussen het risico en rendement van verschillende vermogenscategorieën.
- Dat geldt ook voor de bitcoin en andere cryptovaluta.
- Het beeld over de afgelopen tien jaar laat zien dat de relatief hoge beweeglijkheid van de bitcoin ruimschoots is gecompenseerd door een uitzonderlijk rendement.
De cryptomarkt heeft sinds 2023 de wind weer flink in de zeilen, waarbij de bitcoin begin dit jaar rond het niveau van 100.000 dollar bewoog. In de afgelopen weken schommelde de bitcoin echter behoorlijk, waarbij de koers richting de 80.000 zakte, om daarna weer op te veren.
Op zich zijn dergelijke koersschommelingen niet ongewoon voor de cryptomarkt. Zoals bij alle beleggingen is de afweging tussen risico en rendement hierbij van groot belang.
Hoewel de bitcoin met een koershistorie van bijna 15 jaar een relatief nieuwe belegging is vergeleken met aandelenmarkten, is er inmiddels wel genoeg historie om analyses te maken over een wat langere periode. Dat is relevant voor beleggers die bijvoorbeeld cryptobeleggingen willen meenemen als onderdeel van een bredere beleggingsportefeuille voor vermogensopbouw.
In algemene zin geldt voor beleggen dat een hoger rendement gepaard gaat met hogere beweeglijkheid. Dit geldt zowel voor bijvoorbeeld aandelen als voor cryptobeleggingen.
Een relatief hoge beweeglijkheid, ofwel sterkere tussentijdse koersschommelingen, is vooral voor de kortere termijn relevant. Een langetermijnbelegger wordt namelijk, als je de tussentijdse cycli van stijgingen en dalingen negeert, vaak beloond met een hoger rendement.
Als je naar de volatiliteit van de bitcoin versus een aantal andere beleggingen bekijkt, dan ziet het beeld er volgens recent onderzoek over de periode van 2020 tot en met 2024 als volgt uit.
Je ziet hier dat de gemiddelde 1-jaars volatiliteit, dus de gestandaardiseerde koersafwijking ten opzichte van het gemiddelde, bij obligaties het laagst is met 6,4 procent. Bij aandelen ligt deze maatstaf op 20 procent en voor de bitcoin op ruim 70 procent.
De beweeglijkheid van de bitcoin is dus relatief hoog vergeleken met andere vermogensklassen. Dit laat overigens onverlet dat sommige individuele aandelen een nog veel hogere volatiliteit kunnen hebben dan de bitcoin, zoals bijvoorbeeld in 2023 en 2024 met het aandeel Netflix het geval was.
Als je tegenover de beweeglijkheid van diverse vermogensklassen het gemiddelde rendement zet, dan laten gegevens over de 10-jaars periode tussen december 2014 en december 2024 het volgende beeld zien.
Een belegging in Amerikaanse staatsobligaties leverde de afgelopen tien jaar op jaarbasis een gemiddeld rendement van 6,4 procent. De brede S&P 500-index zat op een gemiddeld rendement van bijna 9 procent en de bitcoin torende daar hoog bovenuit met een gemiddeld jaarlijks rendement van bijna 180 procent.
Het verschil in rendement tussen de bitcoin en traditionele beleggingen is dus zeer fors, wat een tegenhanger vormt voor de hogere beweeglijkheid.
Nu geldt per definitie dat rendementen uit het verleden geen garantie geven voor de toekomst. Wel is het zo, dat voor de bitcoin de combinatie van relatief hoge beweeglijkheid op de korte termijn en een relatief hoog rendement op de langere termijn de afweging tussen risico en rendement goed illustreert: in het geval van de bitcoin laten de afgelopen tien jaar zien dat een langetermijnbelegging in de belangrijkste cryptomunt de bijbehorende risico's op de kortere termijn prima heeft kunnen compenseren.
Dit artikel is onderdeel van de Maand van de Next Gen Belegger, die mede mogelijk wordt gemaakt door Novelist.