- Van de hypotheekbezitters heeft ruim 3 op de 5 een hypotheek die in ieder geval deels aflossingsvrij is.
- Er zijn wel grote verschillen tussen leeftijdsgroepen: vooral ouderen hebben vaak nog een aflossingsvrije hypotheek.
- Dat hoeft geen probleem te zijn, maar er zijn wel een paar punten om op te letten.
- Lees ook: Nieuwe hypotheekrente na 10 jaar? Met rente zonder NHG heb je mogelijk nog licht voordeel
De aflossingsvrije hypotheek is nog steeds de meest voorkomende hypotheekvorm bij Nederlandse huiseigenaren. Al is het vaak wel zo dat deze hypotheekvorm in combinatie met andere hypotheekvormen wordt gekozen. Omdat je tijdens de looptijd in principe niet aflost, kan de aflossingsvrije hypotheek een financieel risico worden. Maar voor wie geldt dat en waar moet je op letten?
Uit onderzoek van financiële toezichthouder AFM blijkt dat afgelopen jaar 64 procent van de hypotheekbezitters (deels) een aflossingsvrije hypotheek had. Dat is nog net iets meer dan de 52 procent die een annuïtaire hypotheek had. Bij laatstgenoemde hypotheekvorm betaal je maandelijks naast de hypotheekrente ook een stukje aflossing.
Het onderzoek van de AFM laat ook zien dat er grote verschillen zijn per leeftijdsgroep, wat betreft aflossingsvrije hypotheken. Die zijn vooral bij ouderen terug te vinden, terwijl jongere huiseigenaren vaker voor de annuïtaire hypotheek kiezen.
Dit heeft er ook mee te maken dat het sinds 2013 niet meer mogelijk is om aanspraak te maken op het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek bij nieuwe aflossingsvrije hypotheken. Voor oudere hypotheken geldt dit nog wel.
Hoe risicovol is een aflossingsvrije hypotheek?
Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat de hoogte van het aflossingsvrije hypotheekdeel bij huizenbezitters in doorsnee 85.000 euro is. De bandbreedte varieert tussen de pakweg 45.000 euro en 135.000 euro.
Een hogere schuld brengt uiteraard grotere uitdagingen, op het moment dat de lening moet worden afgelost. In algemene zin zijn er drie dingen om op te letten bij een aflossingsvrije hypotheek:
- Heb je voldoende spaargeld of ander vermogen om de hypotheek aan het eind van de looptijd af te lossen? Als je voldoende eigen vermogen hebt, is er geen probleem. Anders moet er gekeken worden of je met een nieuwe hypotheek de oude aflossingshypotheek kunt aflossen, of je moet je huis verkopen.
- Hoe hoog is je inkomen, als je met pensioen gaat? Belangrijk hierbij is dat als de aflossingsvrije hypotheek nog niet is afgelost, je bij een lager inkomen op de oude dag de maandlasten van de hypotheek nog wel moet kunnen dragen. Ook kun je bij het afsluiten van een nieuwe hypotheek minder lenen als je pensioeninkomen lager is.
- Hogere maandlasten door stijging hypotheekrente en wegvallen hypotheekrenteaftrek? De maandlasten van een aflossingsvrije hypotheek kunnen ook veranderen op het moment dat een oude rentevaste periode afloopt en de nieuwe hypotheekrente hoger uitvalt. Verder geldt voor alle hypotheken dat de hypotheekrenteaftrek na 30 jaar eindigt.
Financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep geeft in de nieuwsbrief van deze week een voorbeeld waarbij de aflossingsvrije hypotheek 135.000 euro bedraagt. Als de hypotheekrenteaftrek vervalt en de rente naar 5 procent stijgt, heb je te maken met een maandlast van 562,50 euro. Verder zijn er nog woonlasten zoals het eigenwoningforfait in box 1 van de inkomstenbelasting, de ozb-belasting van de gemeente en onderhoudskosten.
Voor senioren die naast de AOW-uitkering een aanvullend pensioen hebben, is dit doorgaans goed op te vangen. Als je alleen een AOW-uitkering hebt, kan dat anders liggen.
Volgens Van Bruggen is het wel van belang om de regelgeving rond aflossingsvrije hypotheken te blijven volgen. Er is namelijk druk op Nederlandse banken vanuit de Europese Centrale Bank om het aandeel van aflossingsvrije hypotheken terug te dringen.
Dit kan hogere maandlasten geven als bijvoorbeeld huiseigenaren met aflossingsvrije hypotheken die noodgedwongen moeten omzetten naar een annuïtaire hypotheek. Zoals gezegd betaal je bij die laatste vorm maandelijks rente én een stukje aflossing, waardoor de maandlasten hoger zijn.
Van Bruggen geeft als voorbeeld de omzetting van een aflossingsvrije hypotheek van 135.000 euro naar een annuïtaire hypotheek. Als daarvoor een hypotheekrente van 4 procent geldt, levert dat bij de aflossingsvrije variant 450 euro aan bruto en netto maandlasten (zonder hypotheekrenteaftrek). Als dit een annuïtaire hypotheek wordt, stijgen de maandlasten naar 645 euro. Dus bijna 200 euro per maand meer. Wel is het zo dat de overwaarde van de woning stijgt door de maandelijkse aflossing op de schuld.