De Europese Unie leeft bij de gratie van politieke koehandel, vaak over financiële kwesties die ogenschijnlijk los van elkaar staan. De leiders van de grote EU-landen weten elkaar momenteel slecht te vinden, terwijl de eurozone dreigt te stagneren.

Brussel wordt in het spraakgebruik vaak gezien als een soort zelfstandige macht die van alles en nog wat oplegt vanuit ‘Europa’. De Europese Unie is in de praktijk echter geen gecentraliseerde politieke unie, maar een verzameling van staten die via politieke koehandel zaken regelen. Als iedereen een beetje toegeeft, komen er werkbare compromissen tot stand.  Zo niet, dan stagneert de boel.

De leiders van de grote EU-landen slagen er dezer dagen slecht in om tot politieke deals te komen over dringende economische kwesties. De kans dat de politiek bijdraagt aan het keren van de economische malaise in de eurozone, wordt daarmee steeds kleiner.

Z24 neemt 5 kwesties onder de loep die ogenschijnlijk los van elkaar staan, maar onderliggend sterk met elkaar verweven zijn.

1) Naheffingen VK en Nederland

Het Verenigd Koninkrijk en Nederland worstelen met forse naheffingen die door de Europese Commissie heeft opgelegd in verband met herberekeningen van de omvang van economieën. De Britten moeten 2,1 miljard euro bijbetalen, Nederland 642 miljoen euro.

De ministers van Financiën van de EU leken vrijdag tijdens een bijeenkomst tot een compromis te komen, waarbij het VK en Nederland niet alles vóór 1 december hoeven te betalen, maar in termijnen kunnen voldoen.

Minister Jeroen Dijsselbloem ziet dat wel zitten, maar de vraag is hoe dit voor de Britten uitpakt. Premier Cameron is beducht dat eurosceptici in zijn land nog populairder worden dan ze nu al zijn.

Pikant in deze kwestie is dat betaling van de naheffingen niet in Brussel blijft hangen, maar verrekend wordt met andere lidstaten die in het verleden te veel hebben betaald. Met andere woorden: als Nederland en het VK betalen, vloeit dat geld de facto naar landen juist aanspraak kunnen maken op een korting op de EU-contributie.

Belangrijkste netto-ontvangers van de naheffingen zijn Frankrijk, met ruim één miljard euro en Duitsland met 779 miljoen euro. Zie hiervoor dit overzicht.

Als er geen overeenstemming was gekomen over de termijn waarop het VK en Nederland de rekeningen zouden moeten voldoen, was dat vooral voor Frankrijk vervelend geweest: dat land kampt met excessief begrotingstekort en kan het voordeel van één miljard goed gebruiken in de discussie met de Europese Commissie over de begroting van 2015.

Frankrijk heeft de meevaller van één miljard euro namelijk al ingeboekt voor volgend jaar.

2) Gat in de Franse begroting

Frankrijk kwam eind oktober goed weg bij de eerste beoordeling van de begroting voor 2015.

De Franse regering wil het begrotingstekort pas in 2017 onder de Europese drempel van 3 procent laten zakken. Verder wil het land slechts voor een half procent van het nationaal inkomen maatregelen nemen die tot structurele besparingen leiden, minder dan de Europese Commissie aanvankelijk eiste.

Toch zag de Finse eurocommissaris Jyrki Katainen er eind oktober vanaf om Frankrijk te waarschuwen dat het land mogelijk een boete krijgt, omdat de regering het Europese begrotingspact niet serieus neemt.

Eind deze maand volgt het definitieve oordeel van de Europese Commissie, maar er zijn nog geen tekenen dat Frankrijk alsnog een boete krijgt.

De coulante houding van de Commissie is prettig voor president Hollande, die binnenlands impopulair is en grote moeite heeft om de Fransen te overtuigen van hervormingen die verworven rechten van werknemers met vaste banen kunnen raken.

Tegelijk wordt vooral in Duitsland knarsetandend toegezien hoe Frankrijk weigert de staatsfinanciën echt aan te pakken, terwijl Duitsland volgend jaar zelf een begroting kan presenteren die in evenwicht is.

3) Duitse investeringen

Duitsland is de begrotingskampioen van de eurozone en pronkt ermee dat uitgaven in inkomsten in balans zijn. Tegelijk investeren overheid en bedrijfsleven relatief weinig, terwijl onder meer het Duitse wegennet veel achterstallig onderhoud kent.

Internationaal is er veel kritiek op de geringe Duitse investeringslust. Extra investeringen in infrastructuur en onderwijs kunnen de Duitse economie versterken én op korte termijn de vraag stimuleren in de belangrijkste economie van de eurozone. Dat laatste is ook gunstig voor andere eurolanden.

Afgelopen donderdag kondigde de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble een extra investeringspakket aan van 10 miljard euro, uitgesmeerd over drie jaar. Maar de Duitse regering handhaaft hierbij het doel van een begrotingsevenwicht. De kans is hiermee klein dat de extra investeringen een vraagstimulerend effect hebben. Analist Arne Petimezas van AFS Group spreekt op Z24 in dit verband van 'fop-investeringen'.

De reden dat de Duitse regering terughoudend blijft, heeft waarschijnlijk veel te maken met de Franse weigering om het begrotingstekort binnen afzienbare tijd terug te dringen tot minder dan drie procent van het nationaal inkomen. Een patstelling waar bondskanselier Merkel en president Hollande niet uit weten te komen.

4) Geldkraan Europese Centrale Bank

Om de kwakkelende economie van de eurozone te helpen, gaat de Europese Centrale Bank banken nog meer goedkoop geld ter beschikking stellen, zo bevestigde president Mario Draghi donderdag.

De maatregelen zullen echter 'binnen het mandaat' van de ECB moeten blijven. Hamvraag is of daar ook het direct opkopen van staatsleningen van eurolanden valt. Als de ECB staatsleningen opkoopt, kunnen de leenrentes van vooral zuidelijke eurolanden gedrukt worden.

Vooral Duitse centrale bankiers hebben grote bezwaren tegen een dergelijk stimuleringsprogramma. En daarin worden ze gesteund door een groot deel van de Duitse politiek. Want veel Duitse politici vrezen dat de druk op zuidelijke eurolanden, inclusief Frankrijk, om pijnlijke hervormingen door te voeren wegvalt, zodra de ECB als suikeroom gaat optreden.

De ECB is hierdoor volgens uitgelekte berichten van onder mee persbureau Reuters speelbal geworden van een sterk politiek getinte machtsstrijd, terwijl de centrale bank officieel geacht wordt 'onafhankelijk' te opereren.

5) Belastingontwijking Luxemburg

Tot slot, een zaak die niet over een groot euroland gaat, maar toch voor veel wrevel zorgt: deze week lekten nieuwe documenten uit over belastingdeals die grote multinationals in Luxemburg hebben gesloten om zo weinig mogelijk belasting te betalen. De status van Luxemburg als officieus belastingparadijs heeft het land veel opgeleverd in de vorm van lucratieve financiële diensten.

Netelige zaak is dat veel fiscale trucs zijn geïmplementeerd in de periode dat Jean-Claude Juncker premier en minister van Financiën was van Luxemburg. Juncker is deze maand van start gegaan als voorzitter van de nieuwe Europese Commissie en moet onder meer zorgen dat zuidelijke eurolanden zoals Griekenland, Portugal en Spanje doorgaan met hervormen van de economie.

De taak van Juncker in de Europese Commissie wordt echter een stuk lastiger, als Luxemburg blijft talmen met het aanscherpen van de fiscale wetgeving voor buitenlandse bedrijven. Zuidelijke eurolanden staan niet te trappelen om de les gelezen te worden door een Commissievoorzitter uit een land dat z'n eigen kas spekt met discutabele belastingdeals.

Ook hier geldt: formeel gaat het om zaken die los van elkaar staan. Maar Europese landen moeten zich wel een beetje inschikkelijk tonen, om er met de gebruikelijke koehandel uit te komen. Dan hoeven we niet weer te wachten op een volgende crisis voordat politici in actie komen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl